Omnibuspakket: details van de voorstellen van de Europese Commissie

Omnibuspakket: details van de voorstellen van de Europese Commissie

Gegevens

Nummer
2025/29
Publicatiedatum
10 maart 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Nieuws

Op 26 februari presenteerde de Europese Commissie twee teksten die gericht zijn op het verlichten van de rapportageverplichtingen voor duurzaamheid.

Het eerste voorstel, bekend als "stop de klok", zou de verplichting om een dergelijk verslag te presenteren kunnen uitstellen tot 2028 voor bedrijven in golf 2 en 3 (voornamelijk grote bedrijven die in 2025 nog geen verslag hebben gepubliceerd en beursgenoteerde kmo's). Een tweede uitgebreider voorstel zou de verplichtingen op dit gebied beperken en grondig herzien en zou alleen van toepassing zijn op grote bedrijven met meer dan 1.000 werknemers. Hier volgt een overzicht van de mogelijke bijdragen van de teksten.

Over EU-bedrijven die een verslag moeten indienen

Het doel van de Europese Commissie is om "het aantal bedrijven dat onder de duurzaamheidsrapportage valt met ongeveer 80% te verminderen". Vanaf 2028 (gebaseerd op het boekjaar 2027) zullen alleen grote bedrijven - en hun moedermaatschappijen - worden getroffen als ze:

  • een omzet hebben van meer dan €50 miljoen en/of een balanstotaal van meer dan €25 miljoen;

  • meer dan 1.000 werknemers hebben (gemiddeld over het boekjaar).

De informatie over duurzaamheid - of duurzaamheidsverslag - moet altijd worden geproduceerd als onderdeel van het bestuursverslag van het bedrijf.

Dit verslag zou altijd moeten worden opgesteld na een dubbele materialiteitsanalyse. Dit principe blijft verankerd in de wetteksten.

Andere bedrijven - van grote bedrijven met minder dan 1.000 werknemers tot beursgenoteerde KMO's - zouden niet langer onderworpen zijn aan verplichte duurzaamheidrapportage. De Europese Commissie zou echter een vrijwillige norm invoeren, waardoor zij desgewenst een verslag kunnen indienen.

Hoe ver in de waardeketen?

Grote bedrijven zouden nog steeds informatie moeten verzamelen over hun waardeketen, inclusief hun zakelijke relaties en toeleveringsketen. Kleinere bedrijven - met niet meer dan 1.000 werknemers en dus niet noodzakelijkerwijs gedekt door de duurzaamheidsverklaring - zouden echter niet verplicht worden om informatie te rapporteren die verder gaat dan de toekomstige zogenaamde vrijwillige norm. Dit staat nu "zwart op wit" in een van de teksten van het omnibuspakket. Er wordt echter een uitzondering gemaakt voor gevallen waarin de gevraagde informatie algemeen gedeeld wordt door alle bedrijven binnen een activiteitensector.

Ondernemingen uit derde landen

Het tijdschema voor vennootschappen uit derde landen blijft ongewijzigd. Het verslag moet in 2029 worden ingediend voor het boekjaar 2028. De drempels voor bedrijven om te worden beschouwd als onderworpen aan het duurzaamheidsverslag zouden echter veranderen. Bedrijven worden betrokken als ze:

  • een netto-omzet hebben (geconsolideerd of individueel) van meer dan €450 miljoen in de EU (over de laatste twee opeenvolgende boekjaren);

  • een Europese dochteronderneming (groot bedrijf) of filiaal hebben met een netto-omzet van meer dan €50 miljoen.

Het bedrijf, de dochteronderneming, of het filiaal in het derde land kan het duurzaamheidsverslag nog steeds uitvoeren.

Over de audit van het duurzaamheidsverslag

De Commissie stelt voor dat de lidstaten wettelijke stappen nemen om ervoor te zorgen dat audits van verslagen niet te ver gaan. Zo zullen auditors het volgende beginsel moeten handhaven: bedrijven die onderworpen zijn aan duurzaamheidsrapportage zullen niet aan niet-betrokkenen - binnen hun waardeketen - kunnen vragen om hen informatie te verstrekken die verder gaat dan de informatie waarin de toekomstige norm voor vrijwillige rapportage voorziet. Bij de certificering van rapporten moet hiermee rekening worden gehouden.

De auditors zullen beperkte zekerheid moeten geven over de staat van duurzaamheid. Op dit punt heeft de Commissie de ambitie om tegen 2026 "richtsnoeren voor gerichte zekerheid" te publiceren, in afwachting van een norm op dit gebied.

Over XBRL-tagging

Zodra het omnibuspakket is aangenomen, zal worden gespecificeerd dat bedrijven hun duurzaamheidsverslagen alleen in XBRL-formaat hoeven te taggen, nadat de kwestie is verduidelijkt in een wetstekst (een gedelegeerde handeling). "Tot de goedkeuring van deze taggingregels door middel van de genoemde gedelegeerde verordening zijn bedrijven niet verplicht om hun duurzaamheidsverslagen te taggen", stelt het omnibuspakket duidelijk.

Over normen

Europese normen voor duurzaamheidrapportage:

  1. De Commissie heeft de herziening van de huidige verslaggevingsstandaarden (de ESRS) aangekondigd. Zij heeft al de bevoegdheid om deze standaarden aan te nemen, via een gedelegeerde handeling, op voorstel van EFRAG. De omnibus zou in dit opzicht dus niets veranderen. De Commissie kan er al voor kiezen om de rechtshandeling te herzien waarin de ESRS zijn opgenomen. De Europese uitvoerende macht zou op dit punt snel kunnen handelen: "om de Europese standaarden voor duurzaamheid snel te vereenvoudigen en te rationaliseren en om bedrijven duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden, is de Commissie van plan om zo snel mogelijk en niet later dan 6 maanden na de inwerkingtreding [van het omnibuspakket], de nodige gedelegeerde handeling vast te stellen".

    De doelstelling is dan als volgt: "de herziening van de gedelegeerde handeling zal het aantal verplichte gegevenspunten van het ESRS aanzienlijk verminderen:

  1. door die punten te schrappen die het minst belangrijk worden geacht (...);

  2. door voorrang te geven aan kwantitatieve gegevenspunten boven verhalende teksten;

  3. door verder onderscheid te maken tussen verplichte en facultatieve gegevenspunten, zonder de interoperabiliteit met de mondiale rapportagenormen in het gedrang te brengen en zonder afbreuk te doen aan de beoordeling van de dubbele materialiteit van elke onderneming".

    Wat de dubbele materialiteitsanalyse betreft, "zal de herziening (...) duidelijkere richtlijnen geven over hoe het materialiteitsprincipe moet worden toegepast, om ervoor te zorgen dat bedrijven alleen materiële informatie rapporteren". Het doel is ook om "het risico te verminderen dat verleners van verzekeringsdiensten bedrijven onbedoeld aanmoedigen om informatie bekend te maken die niet noodzakelijk is of om buitensporig veel middelen te besteden aan het proces van de materialiteitsbeoordeling".

    De tweede versie van de ESRS "zal ook de structuur en de presentatie van de standaarden vereenvoudigen. De reeds hoge mate van interoperabiliteit met de wereldwijde standaarden voor duurzaamheidrapportage zal verder worden verbeterd. Er zullen ook andere wijzigingen worden aangebracht die nodig worden geacht in het licht van de ervaring die is opgedaan met de eerste toepassing van de ESRS-standaarden". Het uit te voeren werk lijkt behoorlijk omvangrijk.

  1. Zoals hierboven vermeld, moet een vrijwillige rapportagestandaard voor bedrijven met minder dan 1.000 werknemers worden aangenomen via een gedelegeerde handeling van de Europese Commissie. Deze standaarden zullen gebaseerd zijn op de vrijwillige standaard voor kmo's (bekend als VSME) die EFRAG in januari 2025 voor advies naar de Europese Commissie heeft gestuurd. Deze standaard zou het licht kunnen zien in de 4 maanden na de inwerkingtreding van het omnibuspakket. In afwachting van deze officiële standaarden is de Commissie van plan om "zo snel mogelijk een aanbeveling te publiceren over de vrijwillige openbaarmaking van informatie over duurzaamheid, wederom op basis van de door EFRAG ontwikkelde VSME-norm".

  2. Sectorspecifieke standaarden zouden daarentegen het daglicht niet meer zien.

  3. Over verslagcertificering: er zou alleen een standaard over beperkte zekerheid van informatie worden gepubliceerd. Deze standaard was gepland voor uiterlijk 1 oktober 2026, maar in het omnibuspakket is niet langer een termijn vastgelegd waarbinnen de Europese uitvoerende macht deze standaard moet goedkeuren. De standaard voor redelijke mate van zekerheid staat niet meer op de agenda. Dit zal de mate van certificering die van verslagleggers wordt verwacht, beperken.

Volgende stappen

Deze wijzigingen worden van kracht zodra de medewetgevers - het Europees Parlement en de Raad - overeenstemming hebben bereikt over de teksten en na publicatie in het Publicatieblad van de EU. Dit zal enkele maanden in beslag nemen. De medewetgevers kunnen de huidige voorstellen wijzigen en tot een compromistekst komen die wijzigingen aanbrengt in het omnibuspakket als geheel.

Het verklaarde doel van de Europese Commissie is om:

  1. ervoor te zorgen dat het zogenaamde "stop de klok"-voorstel voor de zomer wordt aangenomen en eind 2025 in de lidstaten is omgezet. In de praktijk zou dit betekenen dat bedrijven uit golf 2 en 3 op zijn vroegst in 2028 een duurzaamheidsverslag hoeven op te stellen.

  2. het tweede, substantiëlere voorstel op zijn vroegst in de herfst van 2025 aan te nemen. De lidstaten hebben dan een jaar de tijd om de nieuwe eisen om te zetten in nationale wetgeving, zoals aangegeven in de tekst van het omnibuspakket. Dit tijdschema zou er dus toe kunnen leiden dat bedrijven in golven 2 en 3, met minder dan 1.000 werknemers, tegen 2028 louter en alleen worden vrijgesteld van duurzaamheidsrapportage.

Tot op heden blijft de wet die van kracht blijft en bedrijven dus verplicht, de tekst van de MVO-richtlijn zoals omgezet in EU-lidstaten zoals Frankrijk en België.

Dit document is automatisch vertaald met Deepl.