Europese verordening ontbossing: uitstel met een jaar en vereenvoudigingen goedgekeurd door Parlement en Raad

Europese verordening ontbossing: uitstel met een jaar en vereenvoudigingen goedgekeurd door Parlement en Raad

Gegevens

Nummer
2025/79
Publicatiedatum
1 december 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Nieuws

De Europese verordening inzake ontbossing (EUDR), die in april 2023 werd aangenomen, wordt herzien en gevalideerd door de Raad van de EU (19 november 2025) en het Europees Parlement (26 november 2025). De twee instellingen zijn het eens over het belangrijkste punt: de toepassing met een jaar uitstellen - tot 30 december 2026 - en tegelijkertijd de zorgvuldigheidseisen voor bepaalde marktdeelnemers, met name kmo's, vereenvoudigen.

Tijdschema voor de toepassing: een uniform uitstel

Grote en middelgrote ondernemingen moeten vanaf 30 december 2026 (in plaats van 30 december 2025) voldoen aan het EU-dossier. De twee medewetgevers zijn het op dit punt eens. Kleine en micro-ondernemingen krijgen uitstel tot 30 juni 2027.

Volgens de vertegenwoordigers van de lidstaten en de meerderheid van de leden van het Europees Parlement is het doel van dit uitstel te zorgen voor de goede werking van het Europese informatiesysteem dat de marktdeelnemers zullen gebruiken om hun elektronische meldingen van zorgvuldigheidseisen op te stellen, en om de ondernemingen, met name de kmo's, in staat te stellen zich uit te rusten met de nodige middelen en processen.

Vereenvoudiging van de zorgvuldigheidseisen: wie geeft wat aan?

De twee instellingen komen overeen de verantwoordelijkheid voor de zorgvuldigheidseisen te concentreren bij de eerste personen die producten op de Europese markt brengen. Downstream marktdeelnemers en handelaren hoeven niet langer afzonderlijke verklaringen in te dienen. En alleen de eerste downstream marktdeelnemers zullen het referentienummer van de initiële verklaring moeten bewaren en doorgeven.

Micro- en kleine primaire exploitanten hoeven slechts één vereenvoudigde aangifte in te dienen, wat hun administratieve lasten aanzienlijk vermindert.

Herzieningsclausule: een verplichte herziening in 2026

De twee instellingen vragen om een herziening van de vereenvoudiging tegen 30 april 2026, d.w.z. voordat de verordening in werking treedt. Dit is ongekend! Deze evaluatie moet gericht zijn op het effect van de verordening - zelfs voordat de tekst wordt toegepast - en de administratieve lasten die zij met zich meebrengt, met name voor micro- en kleine marktdeelnemers. De Raad preciseert dat deze evaluatie zo nodig vergezeld moet gaan van een wetgevingsvoorstel.

Wetgevingsproces: versnelde onderhandelingen vóór eind 2025

Huidige fase: De onderhandelingsmandaten die door de Raad (19 november) en het Europees Parlement (26 november, met 402 stemmen voor en 250 tegen, bij 8 onthoudingen) zijn aangenomen, maken de weg vrij voor de trialoog.

Net als bij de omnibustekst voor de herziening van het CSRD en het CS3D was het een extreemrechtse EPP-coalitie die het mogelijk maakte om aan te sluiten bij het standpunt dat in de Raad van de EU werd verdedigd, in het bijzonder door Duitsland.

Strak tijdschema: de onderhandelingen tussen de Raad, het Parlement en de Commissie moeten voor 30 december 2025 zijn afgerond om het uitstel van een jaar in werking te laten treden. De definitieve overeenkomst moet formeel worden goedgekeurd door het Parlement en de Raad en vervolgens voor het einde van het jaar worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU.

Waarschijnlijkheid van snelle overeenstemming: De aanzienlijke convergentie tussen de standpunten van de Raad en het Parlement over de structurele elementen (uniform uitstel, vereenvoudiging voor starters, een enkele verklaring voor kmo's) wijst op een relatief vlotte trialoog, ondanks het zeer krappe tijdschema.

Achtergrond en problemen

De RDUE, die oorspronkelijk in december 2024 van kracht zou worden, moet ervoor zorgen dat producten die in de EU op de markt worden gebracht (cacao, koffie, palmolie, soja, hout, bedrukt papier, rubber, runderen en daarvan afgeleide producten) na 31 december 2020 niet meer van ontbost land afkomstig zijn.

Toch is de urgentie reëel: volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is tussen 1990 en 2020 420 miljoen hectare bos verloren gegaan - een gebied groter dan de EU - en is de Europese consument verantwoordelijk voor ongeveer 10% van de ontbossing wereldwijd, waarbij palmolie en soja goed zijn voor meer dan twee derde. Het Europees Parlement noemt deze cijfers in zijn persbericht.

Operationele implicaties voor MVO-managers

Op korte termijn (tegen eind 2025):

  • De uitkomst van de trialoog volgen om het definitieve tijdschema te bevestigen;

  • Anticiperen op de inwerkingtreding van het uitstel tot 30 december 2026.

Vanaf 2026:

  • Versterk de traceerbaarheids- en geolocatiesystemen voor de betrokken grondstoffen;

  • Als het niet uw bedrijf is, identificeer dan de eerste bedrijven in uw toeleveringsketen die producten op de markt brengen;

  • Train je inkoop- en compliance teams in de nieuwe procedures;

  • Voor kmo's: bereid de vereenvoudigde aangifte voor.

Horizon 2026: volg de herziening van april 2026, die tot verdere wetswijzigingen kan leiden.

Officiële bronnen: Persberichten van de Raad van de EU (965/25, 19/11/2025) en het Europees Parlement (26/11/2025)

Dit document is automatisch vertaald met Deepl.