Home

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2024/2865 met betrekking tot data van toepassing en overgangsbepalingen

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2024/2865 met betrekking tot data van toepassing en overgangsbepalingen

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Straatsburg, 8.7.2025

COM(2025) 526 final

2025/0526(COD)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2024/2865 met betrekking tot data van toepassing en overgangsbepalingen (Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2025) 531 final}

TOELICHTING

De chemische industrie is in strategisch opzicht een van de belangrijkste sectoren in de Europese Unie en is de ruggengraat van vele industriële ecosystemen, met een cruciale rol op het gebied van innovatie, werkgelegenheid en duurzame groei. Nu de EU werkt aan een dubbele transitie, naar klimaatneutraliteit en digitaal leiderschap, zijn de veerkracht en het mondiale concurrentievermogen van deze sector nog belangrijker geworden.

Ondernemingen die in de EU actief zijn, bestempelen regeldruk als een van de twee grootste problemen die zij met betrekking tot het investeringsklimaat ondervinden. Volgens de verslagen op hoog niveau van Enrico Letta 1 en Mario Draghi moet de hoogste prioriteit worden gegeven aan vermindering van de regeldruk en vereenvoudiging van de EU-wetgeving. Overregulering wordt door meer dan 60 % van de ondernemingen in de EU als een belemmering voor investeringen beschouwd, terwijl volgens 55 % van de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) wettelijke belemmeringen en administratieve lasten hun grootste uitdaging zijn 2 .

In haar politieke beleidslijnen voor de ambtsperiode 2024-2029 van de Europese Commissie 3 zette voorzitter Von der Leyen een visie uiteen die is gericht op stimulering van duurzame welvaart en versterking van het concurrentievermogen in Europa. Centraal in deze visie staan inspanningen om bedrijfsactiviteiten te stroomlijnen en de eengemaakte markt verder te integreren.

Daarnaast zet de agenda voor betere regelgeving van de Europese Commissie 4 in op meer concurrentievermogen voor Europese bedrijven door te zorgen dat de wetgevingsdoelen op een efficiënte manier worden verwezenlijkt, zonder belanghebbenden onnodig te belasten.

Naar aanleiding van deze toezeggingen kwam de Europese Commissie met een initiatief 5 voor vereenvoudiging en stroomlijning van bepaalde vereisten en procedures voor chemische producten uit Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels 6 (de “CLP-verordening”), Verordening (EG) nr. 1223/2009 betreffende cosmetische producten 7 en Verordening (EU) 2019/1009 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten 8 , die door de industrie en de autoriteiten als buitengewoon belastend worden ervaren. Deze bepalingen zouden gebaat zijn bij stroomlijning en modernisering van de regelgeving, om de doelmatigheid en de kostenefficiëntie van de wetgeving inzake chemische stoffen voor de industrie te vergroten en tegelijkertijd een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen.

Ten aanzien van de CLP-verordening, waarin marktdeelnemers worden verplicht om hun gevaarlijke chemische stoffen passend in te delen, te etiketteren en te verpakken voordat zij deze in de handel brengen, wordt met het initiatief beoogd om de vastgestelde opmaakvoorschriften voor de etikettering van gevaarlijke chemische stoffen te vereenvoudigen en flexibeler te maken. Dit betreft onder andere voorschriften voor bindende lettergroottes en regelafstanden, waarvan werd vastgesteld dat zij voor de industrie bijzonder belastend zijn en hoge kosten met zich meebrengen 9 . Met het initiatief wordt ook gestreefd naar verduidelijking van de voorschriften voor uitzonderingen op de etiketteringsvereisten voor kleinere verpakkingen en van voorschriften voor de etikettering van brandstofpompen. Om de lasten voor ondernemingen te verlichten en het vrije verkeer van stoffen en mengsels op de interne markt te verbeteren zonder afbreuk te doen aan de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu, wordt met het initiatief ook getracht om de reikwijdte te beperken van bepalingen over verkoop op afstand en reclame die betrekking hebben op voor het grote publiek in de handel gebrachte producten, aangezien in Verordening (EG) nr. 1907/2006 10 (“Reach”) al duidelijke verplichtingen zijn opgenomen over informatiestromen in beroepsmatige toeleveringsketens voor stoffen en mengsels. Daarnaast wordt met het initiatief getracht om verplichtingen voor reclame voor gevaarlijke stoffen en mengsels te versoepelen door vermindering van de hoeveelheid informatie die moet worden verstrekt. Tevens wordt voorgesteld om de vastgestelde termijn van zes maanden voor het bijwerken van het etiket te schrappen en de soepelere eis te handhaven dat het zonder onnodige vertraging wordt bijgewerkt, omdat een termijn van zes maanden in complexe toeleveringsketens niet haalbaar is. Tot slot wordt in het initiatief voorgesteld om het gebruik van digitale etikettering te verruimen en toe te staan dat meer informatie uitsluitend op het digitale etiket wordt verstrekt.

Het huidige voorstel is bedoeld om de data van toepassing van de bij Verordening (EU) 2024/2865 11 ingevoerde bindende opmaakvereisten, bepalingen over verkoop op afstand en reclame, verplichtingen voor termijnen van zes maanden voor het bijwerken van het etiket en voorschriften voor de etikettering van brandstofpompen uit te stellen om ondernemingen rechtszekerheid te bieden en om te voorkomen dat er voor hetzelfde soort verplichtingen voor bedrijven verschillende data van toepassing gelden uit hoofde van twee wijzigingen van de CLP-verordening.

Het voorstel maakt deel uit van een pakket vereenvoudigingsmaatregelen die voor ondernemingen bepaalde procedures moeten stroomlijnen en administratieve lasten en kosten moeten verminderen, zodat een goed functionerende eengemaakte markt voor chemische stoffen kan worden gewaarborgd, met eenzelfde niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu.

Dit voorstel bevat bepalingen die bedoeld zijn om de lasten voor lidstaten en ondernemingen te verlichten en aldus de drie gewijzigde wetgevingshandelingen gemakkelijker toepasbaar en minder belastend te maken.

In het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) zorgt de Commissie ervoor dat haar wetgeving geschikt is voor het beoogde doel, op de behoeften van belanghebbenden is afgestemd en de doelstellingen ervan bereikt met zo beperkt mogelijke lasten. Dit voorstel maakt derhalve deel uit van het Refit-programma, dat erop is gericht om de uit de EU-wetgeving voortvloeiende rapportagedruk te beperken.

Dit voorstel is onderdeel van een reeks vereenvoudigingspakketten.

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in lijn met de oorspronkelijke rechtsgrondslagen voor de goedkeuring van de rechtshandelingen die met dit voorstel moeten worden gewijzigd.

Verordening (EU) 2024/2865 is op EU-niveau vastgesteld. De verordening moet derhalve ook op EU-niveau worden gewijzigd.

Het initiatief gaat niet verder dan noodzakelijk om de doelstellingen van vereenvoudiging en lastenverlichting te verwezenlijken zonder afbreuk te doen aan de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu.

Dit voorstel strekt tot wijziging van de volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde Verordening (EU) 2024/2865, en de wijzigingen van die verordening moeten derhalve in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure bij verordening worden vastgesteld.

Dit voorstel gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie waarin een uitvoerig overzicht is opgenomen van de effecten van bepalingen van de wetgeving inzake chemische stoffen die volgens het voorstel zullen worden gewijzigd. Het bevat ook een analyse van de positieve effecten van de voorgestelde maatregelen, gebaseerd op bestaande gegevens, informatie die tijdens de verschillende realitychecks werd verzameld, en schriftelijke reacties van belanghebbenden, en neemt daarnaast ook eerdere analyses in aanmerking, waaronder de geschiktheidstest van de meest toepasselijke wetgeving inzake chemische stoffen en de effectbeoordeling voor de herziening van de CLP-verordening.

In de voorstellen van belanghebbenden voor vereenvoudiging van de Europese wetgeving inzake chemische stoffen zijn diverse suggesties gedaan voor vereenvoudiging of verduidelijking van een aantal bepalingen uit de wetgeving inzake chemische stoffen en verlichting van de buitensporige administratieve lasten die deze bepalingen met zich meebrengen 12 .

Op 16 mei 2025 organiseerde de Europese Commissie een realitycheck om feedback uit de praktijk te verzamelen over de herziene CLP-verordening. Deze realitycheck vond online plaats en trok meer dan 570 deelnemers uit de industrie, consumenten- en milieugroepen, beoefenaren van juridische beroepen en nationale autoriteiten. Het evenement was met name bedoeld om na de vaststelling van Verordening (EU) 2024/2865 mogelijkheden voor vereenvoudiging in kaart te brengen die geen afbreuk doen aan het niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. Belanghebbenden werd gevraagd om concrete ervaringen en voorstellen te delen over de manier waarop nieuwe voorschriften werkbaarder zouden kunnen zijn, met name in operationele en meertalige situaties.

Tijdens de discussie werd door belanghebbenden onder andere nadrukkelijk en bij herhaling geopperd om een “time out” in te lassen bij de uitvoering van een aantal bepalingen uit Verordening 2024/2865 die buitensporige administratieve lasten met zich meebrengen. Belanghebbenden gaven aan dat ondernemingen juridische duidelijkheid moet worden geboden tot het moment waarop de medewetgevers instemmen met een voorstel van de Commissie voor de herziening van die voorschriften.

In de voorstellen van belanghebbenden voor vereenvoudiging van de Europese wetgeving inzake chemische stoffen zijn verschillende suggesties gedaan voor verduidelijking van een aantal bepalingen uit de wetgeving inzake chemische stoffen en verlichting van de buitensporige administratieve lasten die deze bepalingen met zich meebrengen. Naar aanleiding van bovengenoemde realitychecks ontving de Commissie daarnaast meer dan 150 uitvoerige standpuntnota’s van belanghebbenden, waarin de tijdens de bijeenkomst geuite zienswijzen nader werden toegelicht en aanvullende suggesties, gegevens en kostenramingen waren opgenomen. Uitvoerige samenvattingen van deze raadplegingsactiviteiten en de ontvangen reacties zijn als bijlage toegevoegd aan het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit voorstel.

Vanwege de noodzaak om de administratieve lasten en buitensporige kosten voor ondernemingen op korte termijn terug te dringen en gezien het ontbreken van andere beleidsopties kon geen volledige effectbeoordeling plaatsvinden.

In overeenstemming met de beginselen van betere regelgeving gaat dit voorstel echter wel vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie waarin een analyse van de voorgestelde maatregelen is opgenomen, die is gebaseerd op bestaande gegevens, reacties van belanghebbenden en eerdere analyses, waaronder de geschiktheidstest van de meest toepasselijke wetgeving inzake chemische stoffen en de effectbeoordeling voor de herziening van de CLP-verordening.

Dit voorstel past in het streven van de Europese Commissie om de regeldruk voor burgers, bedrijven en overheden in de EU te verlichten teneinde de welvaart en de veerkracht van de EU te stimuleren. Het voorstel moet ondernemingen juridische duidelijkheid bieden en waarborgen dat voorschriften uit verschillende rechtshandelingen van de EU met gelijksoortige verplichtingen vanaf dezelfde datum uniform van kracht worden.

2025/0526 (COD)

Voorstel voor een

Het voorstel eerbiedigt de grondrechten die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 13 en onderschrijft de daarin erkende beginselen. Verlichting van administratieve lasten voor ondernemingen zou maatschappelijke winst moeten opleveren op het gebied van werkgelegenheid, innovatie en welvaart. Tegelijkertijd wordt met het voorstel getracht om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen.

Dit initiatief brengt geen extra kosten voor de Commissie met zich mee.

De Commissie zal de uitvoering en toepassing van nieuwe bepalingen en de naleving ervan monitoren. Voor dit voorstel is geen uitvoeringsplan nodig.

Het voorstel strekt tot wijziging van artikel 2 van Verordening (EU) 2024/2865, waarin de data van inwerkingtreding en toepassing van de bepalingen van die verordening worden vastgesteld.

Bepalingen strekkend tot wijziging van artikel 30, waarin termijnen voor heretikettering worden vastgesteld, artikel 48 over reclame, artikel 48 bis over verkoop op afstand en bepalingen over etikettering van brandstofpompen in bijlage II worden verwijderd uit de lijst van bepalingen die met ingang van 1 juli 2026 van toepassing worden, zoals omschreven in artikel 2, lid 2.

Evenzo worden bepalingen tot wijziging van artikel 31, lid 3, en toepasselijke punten uit bijlage I over bindende opmaakvereisten verwijderd uit de lijst van bepalingen die met ingang van 1 januari 2027 van toepassing worden, zoals omschreven in artikel 2, lid 3.

In artikel 2 wordt een nieuw lid 3 bis ingevoegd, waarin voor alle bovengenoemde bepalingen 1 januari 2028 wordt vastgesteld als nieuwe datum van toepassing.

Bepalingen waarvoor de reeds uitgestelde toepassingsdata opnieuw worden uitgesteld, worden dientengevolge geschrapt uit de bepaling die toestaat dat de bepalingen uit de leden 4 en 5 van artikel 2 van Verordening (EU) 2024/2865 op vrijwillige basis worden toegepast vóór hun datum van toepassing, en verplaatst naar een nieuw lid 5 bis, waarin de datum van toepassing van die bepaling wordt aangepast aan de nieuwe uitgestelde datum van toepassing.

De data van toepassing van andere bepalingen van Verordening (EU) 2024/2865 blijven ongewijzigd.

tot wijziging van Verordening (EU) 2024/2865 met betrekking tot data van toepassing en overgangsbepalingen

(Voor de EER relevante tekst)

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 14 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad 15 bevat bepaalde vereisten met betrekking tot de indeling, de etikettering en de verpakking van gevaarlijke stoffen en mengsels. Deze verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) 2024/2865 van het Europees Parlement en de Raad 16 , waarbij onder andere specifieke voorschriften werden ingevoerd voor de opmaak van etiketten, termijnen voor heretikettering bij wijziging van indeling, informatievereisten voor reclame en aanbiedingen voor verkoop op afstand, en etiketteringsvereisten voor tankstations. In artikel 2 van Verordening (EU) 2024/2865 werd de datum van toepassing van deze voorschriften uitgesteld.

  2. In het verslag-Draghi uit 2024 17 werd benadrukt dat het aantal voorschriften en de complexiteit ervan de speelruimte van ondernemingen uit de Unie dreigen te beperken en hun concurrentievermogen kunnen aantasten. In een uitvoerige analyse van Verordening (EG) nr. 1272/2008 18 werd ook gewezen op buitensporige administratieve lasten en kosten in verband met bij Verordening (EU) 2024/2865 ingevoerde vereisten. Op basis van deze bevindingen heeft de Commissie een voorstel uitgewerkt voor vereenvoudiging van bepaalde vereisten en procedures voor chemische producten 19 . Dat voorstel moet onder andere een beter evenwicht bewerkstelligen tussen enerzijds de noodzaak om voor de consument duidelijke informatie op etiketten op te nemen, en anderzijds de noodzaak om marktbelemmeringen en administratieve lasten voor ondernemingen te verminderen 20 . Gezien dit voorstel moeten de bij Verordening (EU) 2024/2865 ingevoerde verplichtingen voor de opmaak van etiketten, en voor reclame, aanbiedingen voor verkoop op afstand en heretikettering opnieuw worden uitgesteld. Dat verdere uitstel biedt marktdeelnemers de mogelijkheid om zich voor te bereiden op veranderingen in de vereisten voor opmaak en etikettering, maar ook op de nieuwe informatievereisten voor reclame en aanbiedingen voor verkoop op afstand die zijn voorgenomen in het voorstel van de Commissie.

  3. Bij Verordening (EU) 2024/2865 werden specifieke bepalingen ingevoerd voor de etikettering van brandstoffen die op tankstations worden geleverd. Bepaalde vereisten, waaronder het voorschrift dat de leverancier, de nominale hoeveelheid en de unieke formule-identificatie moeten worden vermeld, bleken echter voor ondernemingen inefficiënt en duur te zijn, en tegelijkertijd de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu niet te bevorderen. Daarom wordt met het voorstel van de Commissie met betrekking tot vereenvoudiging van bepaalde vereisten en procedures voor chemische producten beoogd om deze vereisten te wijzigen en geschikter te maken door onnodige en belastende etiketteringsvoorschriften te schrappen. Gezien deze verwachte wijzigingen is het passend om de datum van toepassing van die vereisten opnieuw uit te stellen.

  4. Artikel 2, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2024/2865 bevatten overgangsbepalingen die ondernemingen de mogelijkheid bieden om de bij die verordening ingevoerde bepalingen al vóór hun datum van toepassing op vrijwillige basis toe te passen. Om de samenhang met het hernieuwde uitstel te waarborgen en marktdeelnemers juridische duidelijkheid te bieden, moeten de data van toepassing van die overgangsbepalingen voor bindende opmaakvereisten, heretikettering, reclame, aanbiedingen voor verkoop op afstand en etikettering van tankstations worden gewijzigd en worden aangepast aan de opnieuw uitgestelde data van toepassing.

  5. Om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen, moeten de data van toepassing van de andere bepalingen van Verordening (EU) 2024/2865 ongewijzigd blijven.

  6. Verordening (EU) 2024/2865 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) 2024/2865

Artikel 2 van Verordening (EU) 2024/2865 wordt als volgt gewijzigd:

  1. lid 2 wordt vervangen door:

“2. Artikel 1, punt 3, b), artikel 1, punten 4 tot en met 7, artikel 1, punt 12, a), artikel 1, punt 13, artikel 1, punt 15, a) en b), artikel 1, punten 17, 18, 22 en 23, punten 4, 8, 10 en 11 van bijlage I en punt 1 van bijlage II zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2026.”;

  1. lid 3 wordt vervangen door:

“3. Artikel 1, punten 1 en 9, artikel 1, punten 24, b), en d), en bijlage IV zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2027.”;

  1. het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

“3 bis. Artikel 1, punten 14, 15, c), 26 en 27, punten 2 en 3 van bijlage I, en punt 2 van bijlage II zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2028.”;

  1. lid 4 wordt vervangen door:

“4. In afwijking van artikel 5 artikel 6, leden 3 en 4, artikel 9, leden 3 en 4, artikel 10, artikel 25, lid 3, artikel 29, artikel 31, lid 1, artikel 35, artikel 40, leden 1 en 2, en artikel 42, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1272/2008, punten 1.2.1, 1.5.1.2, en 1.5.2.4.1 van bijlage I en deel 3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals van toepassing op 9 december 2024, mogen stoffen en mengsels tot en met 30 juni 2026 worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij artikel 1, punten 4 tot en met 7, artikel 1, punt 12, a), artikel 1, punt 13, artikel 1, punt 15, a) en b), artikel 1, punten 18 en 22, artikel 1, punt 23, a), en punten 4, 8 en 10, van bijlage I, en punt 1, van bijlage II bij deze verordening.”;

  1. lid 5 wordt vervangen door:

“5. In afwijking van artikel 1, lid 1, artikel 18, lid 3, punt b), artikel 45, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 en deel A, punt 1, van bijlage VIII, deel A, punt 2.1, van bijlage VIII, deel A, punt 2.4, eerste alinea, van bijlage VIII, deel B, punt 1, van bijlage VIII, deel B, punt 3.1, derde alinea, van bijlage VIII, deel B, punt 3.6, van bijlage VIII, deel B, punt 3.7, tabel 3, eerste rij, van bijlage VIII, deel B, punt 4.1, eerste alinea, van bijlage VIII, deel C, punten 1.2 en 1.4, van bijlage VIII, en deel D, punten 1, 2 en 3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 zoals van toepassing op 9 december 2024, mogen stoffen en mengsels tot en met 31 december 2026 worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij artikel 1, punten 1 en 9, artikel 1, punten 24, b) en d), van deze verordening en bijlage IV bij deze verordening.”;

  1. het volgende lid wordt toegevoegd:

“5 bis. In afwijking van artikel 30, artikel 31, lid 3, artikel 48 van Verordening (EG) nr. 1272/2008, punt 1.2.1 van bijlage I en deel 5 van bijlage II bij verordening (EG) nr. 1272/2008 zoals van toepassing op 9 december 2024 mogen stoffen en mengsels tot en met 31 december 2027 worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij artikel 1, punt 14, punt 15, c), en punt 26, punten 2 en 3 van bijlage I en punt 2 van bijlage II bij deze verordening.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg,