Home

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Van duurzame producten de norm maken

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Van duurzame producten de norm maken

Brussel, 30.3.2022

COM(2022) 140 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Van duurzame producten de norm maken


1.Inleiding

De opeenvolging van grote crises en economische schokken de afgelopen jaren heeft gevolgen gehad voor alle delen van de economie en de maatschappij van de EU. De laatste en meest grimmige daarvan, de meedogenloze en niet-uitgelokte invasie van Oekraïne door Rusland, is anders van aard dan de pandemie en het herstel daarvan of de steeds dringendere noodzaak om op de klimaat- en biodiversiteitscrises te reageren. In de huidige geopolitieke situatie staan mensen en ondernemingen in Europa en daarbuiten opnieuw onder druk, juist nu de Europese Unie, Oekraïne en de rest van de wereld uitkeken naar een betere wederopbouw.

Deze crises hebben echter ook veel met elkaar gemeen en dwingen ons om onze veronderstellingen ter discussie te stellen, ons economisch model te heroverwegen en ons energiesysteem te herzien. Wij zien ons opnieuw geconfronteerd met onze afhankelijke positie en met de kwetsbaarheden waartoe die kan leiden wat betreft de voorzieningszekerheid, de financiële last voor huishoudens en de schokken voor ondernemingen waarvan de dagelijkse werkzaamheden en het voortbestaan op lange termijn onder druk staan.

Daarom moeten wij nagaan hoe wij het welzijn van onze burgers kunnen verbeteren en voor duurzame groei kunnen zorgen door beter gebruik te maken van onze hulpbronnen en van de materialen waaruit onze alledaagse producten bestaan, en door die producten zelf eveneens te verbeteren. Wij kunnen onze economische groei loskoppelen van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de aantasting van het milieu door producten energiezuiniger te maken, die producten efficiënter en langer te gebruiken, gerecyclede materialen in plaats van primaire grondstoffen te gebruiken, en vernieuwende circulaire economische modellen te verspreiden. Door een geharmoniseerde aanpak op EU-niveau te stimuleren, kunnen wij de mededinging bevorderen, nieuwe zakelijke kansen bieden, werkgelegenheid creëren, overeenkomstig de agenda voor duurzame groei van de Europese Green Deal1 vergroening van de eengemaakte markt bevorderen, consumenten in staat stellen kosten te besparen, en de economie van de EU beter bestand maken tegen verstoringen in geïntegreerde mondiale waardeketens. Bovendien zal dit doorslaggevend zijn voor het verwezenlijken van klimaatneutraliteit tegen 2050, het stoppen van biodiversiteitsverlies en het verwezenlijken van onze ambitie om alle verontreiniging tot nul terug te dringen.

Hoewel de laatste jaren vooruitgang is geboekt, brengen de milieueffecten van onze consumptie de mensheid nog steeds in gevaar, aangezien wij in de EU de grenzen van onze planeet op verschillende manieren overschrijden2. Wereldwijd is de helft van alle broeikasgasemissies en 90 % van het verlies aan biodiversiteit te wijten aan de winning en verwerking van primaire grondstoffen3 en met het lineaire model van winning, productie en verwijdering worden nog steeds grote hoeveelheden hulpbronnen verspild. Als de EU de transitie naar een hulpbronnenefficiënte, klimaatneutrale circulaire economie zonder vervuiling wil doen slagen en haar afhankelijkheid van energie en hulpbronnen wil verkleinen, moeten wij de manier waarop wij producten ontwerpen, produceren en gebruiken dringend veranderen. De EU zal deze aanpak ook op internationaal niveau stimuleren en daarmee de duurzaamheid en veerkracht van mondiale waardeketens versterken.

Met het pakket van onderling samenhangende initiatieven inzake duurzame producten, dat vandaag in deze mededeling wordt gepresenteerd, wordt beoogd deze nieuwe aanpak aanzienlijk dichterbij te brengen door voort te bouwen op hetgeen al is gedaan. De EU stelt al minimale milieuvereisten vast voor bepaalde producten of sectoren, zoals energiegerelateerde producten, verpakkingen en chemische stoffen. Deze vereisten hebben bijgedragen tot een aanzienlijke verkleining van de milieu- en klimaatvoetafdruk van de EU, met inbegrip van het energieverbruik. De huidige EU-regels inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering leiden er samen bijvoorbeeld toe dat het jaarlijkse energieverbruik van de desbetreffende producten 10 % lager ligt (een besparing vergelijkbaar met het energieverbruik van Polen)4, waardoor onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, onder meer uit Rusland, kleiner wordt. De bestaande regels hebben echter slechts betrekking op een beperkt deel van de goederen die in de EU in de handel worden gebracht. Daarnaast wordt met deze regels niet systematisch een circulaire benadering bevorderd en worden veel van de klimaateffecten die producten in de loop van hun levenscyclus hebben niet aangepakt. Ook bestaan er nog aanzienlijke mogelijkheden om het energieverbruik van energiegerelateerde producten te verminderen.

Daarom staat het voorstel voor een verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten5 centraal in het pakket van vandaag. Aangezien de milieueffecten tijdens de levenscyclus van een product voor 80 % worden bepaald door het ontwerp6, wordt voorgesteld het toepassingsgebied van het kader inzake ecologisch ontwerp uit te breiden tot zo veel mogelijk producten. Er wordt voorgesteld niet alleen minumumcriteria vast te stellen voor energie-efficiëntie, maar ook voor circulariteit, en er wordt ingezet op een kleinere milieu- en klimaatvoetafdruk van producten in het algemeen. Tot de inwerkingtreding van het nieuwe kader zal de bestaande richtlijn inzake ecologisch ontwerp de aanjager blijven van verbeteringen op het gebied van energie-efficiëntie en circulariteit. Daarom stelt de Commissie samen met het nieuwe voorstel een werkplan voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor de periode 2022‑2024 vast om nieuwe energiegerelateerde producten te bestrijken en de ambitie voor reeds gereguleerde producten te actualiseren en te verhogen.

Ter ondersteuning daarvan worden gerichte sectorale initiatieven (de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel7 en de herziening van de bouwproductenverordening8) gepresenteerd als onderdeel van het pakket, specifiek gericht op deze twee prioritaire productgroepen die een aanzienlijke impact op het milieu en het klimaat hebben. Om ervoor te zorgen dat consumenten actieve voorstanders van de transitie blijven, dient de Commissie ook een wetgevingsvoorstel ter versterking van de rol van consumenten bij de groene transitie9 in waarmee gerichte wijzigingen worden aangebracht om de nodige vergroeningen in de horizontale consumentenwetgeving van de EU aan te brengen.

Door een gezamenlijke benadering voor producten in de EU in te voeren, wordt met onze voorstellen bijgedragen tot het creëren van een gelijk speelveld voor ondernemingen op de eengemaakte markt en een toonaangevende rol voor de EU op het gebied van duurzame producten. Om ervoor te zorgen dat wordt overgeschakeld op duurzame producten op een manier die de kosten en uitdagingen van de transitie verlicht, worden het aanwijzen van productgroepen en het vaststellen van productspecifieke regels over een lange termijn gepland in een inclusief cocreatieproces en gaat daar een grondige effectbeoordeling aan vooraf, die onder meer betrekking heeft op de betaalbaarheid voor consumenten, de gevolgen voor het concurrentievermogen en de administratieve lasten.

Verschillende lidstaten zijn reeds op eigen houtje begonnen met het vaststellen van vereisten voor de ecologische duurzaamheid van producten10, en burgers vragen hen steeds meer daar strenger en sneller mee te zijn. Hierdoor ontstaat het risico dat de eengemaakte markt gefragmenteerd raakt door uiteenlopende nationale regels en dat de bedrijfskosten complexer en hoger worden. Met geharmoniseerde EU-regels worden dergelijke marktverstoringen voorkomen, wordt de markt voor ecologisch duurzame producten aanzienlijk vergroot, en worden ten slotte de nalevingskosten en administratieve lasten verminderd voor ondernemingen die in de hele EU actief zijn.

Gezien de toenemende schaarste van primaire natuurlijke hulpbronnen, problemen met de grondstoffenvoorziening en de prijsvolatiliteit daarvan, zijn er nog veel meer kostenbesparingsmogelijkheden voor ondernemingen. Door bedrijfsmodellen, productieprocessen en producten opnieuw te ontwerpen, ervoor te zorgen dat producten langer meegaan, het gebruik ervan te optimaliseren en deel te nemen aan een goed functionerende markt voor secundaire grondstoffen, kunnen ondernemingen hun materiaal-, energie- en afvalbeheerskosten aanzienlijk terugdringen en hun veerkracht vergroten. Organisaties van de sociale economie hebben een voortrekkersrol gespeeld bij het vormgeven en uitbreiden van activiteiten in de circulaire economie, zoals de recycling van elektronica en textiel en activiteiten met betrekking tot herbruikbare consumptiegoederen, reparatie en herproductie11. Ook nieuwe digitale oplossingen bieden enorme kansen om bedrijfsmodellen anders vorm te geven met het oog op efficiëntie, circulariteit en bredere ecologische duurzaamheid.

Toonaangevende ondernemingen in verschillende industriële ecosystemen omarmen deze transitie al.

Met een duidelijk en geharmoniseerd regelgevingskader voor de ecologische duurzaamheid van producten worden de voorwaarden geschapen waarmee deze aanpak de regel kan worden, en worden ondernemingen die op de EU-markt kopen en verkopen ertoe aangezet te innoveren en te investeren in circulaire bedrijfsmodellen en de producten van morgen.

Door dit alles zou het aanbod ecologisch duurzame producten dat voor de consumenten in de EU beschikbaar is, worden uitgebreid en zouden deze producten de standaardopties worden. Het marktaandeel van dergelijke producten is momenteel nog beperkt, waardoor zij voor consumenten ook minder beschikbaar en betaalbaar zijn. Uit de ervaringen van de EU is echter al gebleken dat ecologisch ontwerp als het wordt opgeschaald aanzienlijke kostenbesparingen oplevert. Alleen al in 2021 hebben de bestaande vereisten inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten de consument 120 miljard EUR bespaard, zelfs als de acquisitiekosten worden meegerekend12. Er kan nog veel meer worden bespaard als het probleem dat consumenten te maken hebben met producten met een korte levensduur die niet kunnen worden gerepareerd of onvoldoende toegang hebben tot circulaire bedrijfsmodellen, zou worden verholpen. In combinatie met de juiste consumenteninformatie en bescherming tegen greenwashing zou de EU haar consumenten op zinvolle wijze klaarstomen voor de groene transitie en van duurzame producten de norm maken. Dit zou de rest van de wereld ertoe kunnen aanzetten dit voorbeeld te volgen.

Overzicht van initiatieven in het pakket circulaire economie

2.Onze ambitie: van duurzame producten de norm maken

Duurzamere, meer circulaire en energiezuinigere producten ontwerpen

De voorgestelde verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten is de hoeksteen van de aanpak van de Commissie voor ecologisch duurzamere, meer circulaire producten. Deze omvat het kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor productcategorieën om hun circulariteit, energieprestaties en andere aspecten inzake ecologische duurzaamheid aanzienlijk te verbeteren. In het voorstel wordt voortgebouwd op de bewezen doeltreffende richtlijn inzake ecologisch ontwerp wat energiegerelateerde producten betreft. Ook kunnen met het voorstel minimumvereisten inzake ecologisch ontwerp en informatie worden vastgesteld voor vrijwel alle categorieën fysieke goederen die in de EU in de handel worden gebracht13. Voor productgroepen met voldoende gemeenschappelijke kenmerken kunnen horizontale regels worden vastgesteld.

Deze vereisten inzake ecologisch ontwerp zullen worden afgestemd op de specifieke kenmerken van de betrokken productgroepen. Bij het aanwijzen en ontwikkelen van die vereisten zal rekening worden gehouden met de mogelijkheden voor verbetering en de relatieve doeltreffendheid voor het verhogen van de hulpbronnen- en energie-efficiëntie, het mogelijk maken van een langere levensduur van producten, het maximaliseren van de waarde van materialen in producten, het terugdringen van de verontreiniging en het verlagen van de algemene impact van producten op het klimaat en het milieu. De vereisten inzake ecologisch ontwerp hebben, voor zover passend voor de te reguleren productcategorieën, betrekking op:

·de duurzaamheid, betrouwbaarheid, herbruikbaarheid, verbeterbaarheid, repareerbaarheid en onderhoudsvriendelijkheid, alsook het opknappen, van producten;

·beperkingen van de aanwezigheid van stoffen die van negatieve invloed zijn op de circulariteit van producten en materialen;

·het energieverbruik of de energie-efficiëntie van producten;

·het hulpbronnenverbruik en de hulpbronnenefficiëntie van producten;

·het minimumgehalte aan gerecycled materiaal in producten;

·het gemak waarmee producten en materialen kunnen worden gedemonteerd, geherproduceerd en gerecycled;

·de milieueffecten van producten gedurende de levenscyclus ervan, met inbegrip van hun koolstof- en milieuvoetafdruk;

·het voorkomen en terugdringen van afval, met inbegrip van verpakkingsafval.

Ondernemingen en consumenten helpen om beter geïnformeerde keuzes te maken

Behalve dat er vereisten in worden vastgesteld over hoe producten moeten worden gemaakt, vormt de verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten (“de verordening duurzame producten”) ook een kader waarin vereisten voor informatievoorziening over de ecologische duurzaamheid van producten worden vastgesteld. Afhankelijk van het betrokken product kan dit informatie omvatten over het energieverbruik, het gehalte aan gerecycled materiaal, de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen, de duurzaamheid, de repareerbaarheid, met inbegrip van een repareerbaarheidsscore, de beschikbaarheid van reserveonderdelen en de recyclebaarheid.

Digitale productpaspoorten worden de norm voor alle producten die onder de verordening duurzame producten vallen, zodat producten kunnen worden gemerkt en geïdentificeerd, en kunnen worden gekoppeld aan gegevens die relevant zijn voor hun circulariteit en duurzaamheid. Met deze aanpak voor gegevens over ecologische duurzaamheid kan ook de weg worden bereid voor bredere vrijwillige uitwisseling van gegevens, ook met betrekking tot producten en vereisten die niet onder de verordening betreffende duurzame producten vallen. Bovendien kunnen productpaspoorten worden gebruikt voor informatie over andere duurzaamheidsaspecten die overeenkomstig andere Uniewetgeving van toepassing zijn op de relevante productgroepen.

Het structureren van informatie over de ecologische duurzaamheid van producten en het overdragen van die informatie via digitale productpaspoorten zal ondernemingen in de hele waardeketen, van fabrikanten, importeurs en distributeurs tot handelaren, reparateurs, herproducenten en recyclers, helpen toegang te krijgen tot informatie die waardevol is voor hun werkzaamheden ter verbetering van de milieuprestaties, verlenging van de levensduur van producten, verhoging van de efficiëntie en stimulatie van het gebruik van secundaire grondstoffen, en daarmee de behoefte aan primaire natuurlijke hulpbronnen verlagen, kosten besparen en de strategische afhankelijkheid verkleinen. Hiermee wordt ook bijgedragen tot het volgen van de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen gedurende de hele levenscyclus van materialen en producten, waarmee de toezeggingen in de strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen14 worden nagekomen en wordt bijgedragen tot de doelstelling van de EU om de verontreiniging tot nul terug te dringen. Met digitale productpaspoorten kunnen consumenten ook in staat worden gesteld om beter geïnformeerde keuzes te maken, kan de transparantie voor maatschappelijke belangenorganisaties worden verbeterd en kunnen nationale overheden worden geholpen bij hun handhavings- en toezichtwerkzaamheden.

Op grond van de verordening duurzame producten kan de EU ook etiketteringsvoorschriften vaststellen, bijvoorbeeld met betrekking tot de repareerbaarheid van producten. Op de nieuwe energie-etiketten van de EU zullen als aanvullende informatie circulariteitsaspecten worden vermeld, bijvoorbeeld een reparatiescore. Voor andere producten zal dergelijke informatie op het nieuwe etiket uit hoofde van de verordening duurzame producten worden vermeld. Als blijkt dat dat doeltreffender is voor consumenten en minder belastend voor de industrie, kunnen op sommige producten beide etiketten worden aangebracht. Zoals met het energie-etiket van de EU15 is bewezen, kan verplichte verstrekking van essentiële informatie op het moment van aankoop een doeltreffende manier zijn om informatie te verstrekken over relevante aspecten van de milieuprestaties van producten, vooral als dat het gemakkelijk maakt om producten in een bepaalde categorie te vergelijken.

Parallel aan en in synergie met de ontwikkeling van productspecifieke regels in het kader van de verordening duurzame producten, zal de Commissie werken aan de herziening of vaststelling van productspecifieke criteria in het kader van de EU-milieukeur. Dit is een bekend en vertrouwd keurmerk waarmee producten met goede milieuprestaties al dertig jaar worden erkend en gecertificeerd.

Een einde maken aan de vernietiging van onverkochte consumptiegoederen

Het voorstel voor de verordening duurzame producten bevat maatregelen om de vernietiging van onverkochte consumptiegoederen te voorkomen en een halt toe te roepen. Als eerste stap moeten grote ondernemingen die onverkochte producten weggooien openbaar maken hoe veel producten zij per jaar weggooien, redenen geven voor de weggegooide volumes, en informatie verstrekken over de hoeveelheid afgedankte producten die zijn verzonden voor hergebruik, herproductie, recycling, energieterugwinning en verwijdering, overeenkomstig de afvalhiërarchie. In de verordening wordt ook voorzien in de mogelijkheid om de vernietiging van onverkochte producten in zijn geheel te verbieden, afhankelijk van de productcategorie die wordt gereguleerd.

Duurzamere producten bevorderen en aankopen

Hoewel de prestatie- en informatievereisten inzake het ecologisch ontwerp van producten ondernemingen en consumenten in staat zullen stellen ecologisch duurzamere producten te kiezen, is er nog een grotere rol weggelegd voor stimulansen en aanbestedingen door de lidstaten. De Commissie heeft al verschillende criteria voor groene overheidsopdrachten ontwikkeld, maar de gevolgen ervan zijn beperkt aangezien het gebruik ervan momenteel vrijwillig is. Met de verordening duurzame producten wordt beoogd de invloed van overheidsuitgaven te gebruiken om de vraag naar ecologisch duurzamere producten te vergroten door verplichte criteria voor openbare aanbesteding van die producten vast te stellen, in voorkomend geval op basis van bestaande vrijwillige criteria. Dit zou betekenen dat aanbestedende diensten verplicht worden om groene aanbestedingscriteria te hanteren voor de aankoop van specifieke groepen producten. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van stimulansen door lidstaten, door middel van vereisten voor ecologische duurzaamheid van de producten waarop die stimulansen betrekking hebben.

3.Een sectoroverschrijdende aanpak voor duurzame producten

De verordening duurzame producten is opgesteld om coherent en in overeenstemming te zijn met bestaande en toekomstige sectorale wetgeving en sectoraal beleid. Als het kader daarvan eenmaal is vastgesteld, zullen de vereisten voor producten worden uitgerold op basis van meerjarige werkplannen. Zo kan de Commissie zorgvuldig beoordelen waar regelgeving het hardst nodig is.

Waar al voldoende strenge vereisten inzake ecologische duurzaamheid in de EU-wetgeving zijn vastgesteld, wordt de verordening duurzame producten niet toegepast. Indien die vereisten echter ontbreken, maar er sprake is van veel potentieel voor circulariteit, energie- en hulpbronnenefficiëntie of terugdringing van de algehele klimaat- en milieueffecten, waardoor actie gerechtvaardigd zou zijn, zou de verordening duurzame producten moeten worden toegepast. Maatregelen in het kader van de verordening duurzame producten gaan vergezeld van specifieke effectbeoordelingen om de evenredigheid en de samenhang met andere EU-wetgeving te waarborgen en ervoor te zorgen dat voldoende rekening wordt gehouden met de internationale dimensie en de gevolgen voor derde landen.

De bedoelde werking van de voorgestelde verordening duurzame producten, met sectorale wetgevings- en beleidsinitiatieven om de groene transitie te versnellen, kan worden geïllustreerd met drie verschillende situaties.

Vaststelling van nieuwe productspecifieke regels: het voorbeeld van textiel

De verordening duurzame producten zal het rechtskader vormen voor de vaststelling van EU-regels voor producten waarvoor geen specifieke EU-wetgeving met verplichte vereisten inzake ecologische duurzaamheid bestaat. Dit is het geval voor textiel en schoeisel. Hoewel voor deze producten momenteel bepaalde vereisten gelden, bijvoorbeeld met betrekking tot chemische stoffen16 en etikettering17, bestaan daarvoor geen specifieke vereisten voor circulariteit, bijvoorbeeld voor de duurzaamheid, repareerbaarheid en recyclebaarheid en het gehalte aan gerecycled materiaal van de producten.

Na de vaststelling en inwerkingtreding van de verordening duurzame producten, en afhankelijk van de effectbeoordeling, zal deze lacune in de regelgeving worden opgevuld door middel van secundaire wetgeving tot vaststelling van prestatievereisten voor ecologisch ontwerp van textielproducten, informatievereisten en een digitaal productpaspoort. In het kader van de verordening inzake de etikettering van textielproducten18 zullen ook gerichte wijzigingen wat betreft de etikettering van textielproducten worden overwogen. In het eerste werkplan in het kader van de verordening duurzame producten zullen op basis van dezelfde logica ook andere prioritaire producten dan textielproducten worden aangewezen (zie punt 4).

Daarnaast worden in de EU-strategie inzake duurzaam en circulair textiel, die de Commissie als onderdeel van dit pakket zal vaststellen, een uitgebreide reeks maatregelen uiteengezet die verder gaan dan de verordening duurzame producten. Het doel is om deze sector te transformeren en niet alleen het ontwerp van textielproducten te veranderen, maar ook circulaire bedrijfsmodellen te stimuleren en de hoeveelheid textielafval terug te dringen, in overeenstemming met en met bijzondere aandacht voor de noodzaak om ervoor te zorgen dat die producten betaalbaar blijven voor consumenten en dat ondernemingen concurrerend blijven. Ook is dit een aanzet voor het cocreatieproces van het transitietraject van het industriële ecosysteem voor textiel.

Aanvulling van bestaande productspecifieke EU-regels: het voorbeeld van bouwproducten, batterijen, verpakkingen en chemische stoffen

Gezien het brede toepassingsgebied van de verordening duurzame producten, zullen sommige producten die onder die verordening vallen ook met afzonderlijke productspecifieke wetgeving worden gereguleerd. In de regel wordt de verordening duurzame producten alleen op die producten toegepast als de aspecten met betrekking tot ecologische duurzaamheid daarvan niet volledig en adequaat kunnen worden aangepakt met andere instrumenten. Hierdoor zou de EU-regelgeving voor specifieke producten coherenter worden en wordt voorkomen dat ondernemingen administratieve lasten worden opgelegd om aan de vereisten van verschillende rechtshandelingen van de EU te voldoen. Door specifieke omstandigheden die naar voren komen uit de nodige raadplegingen en effectbeoordelingen kan het echter gerechtvaardigd zijn ook in het kader van de verordening duurzame producten gerichte maatregelen te treffen. Dit kan zinvol zijn wanneer het product deel uitmaakt van een ander product (bijvoorbeeld batterijen) of er nauw mee is verbonden (bijvoorbeeld verpakkingen), of wanneer er vereisten inzake ecologische duurzaamheid voor een groep producten zijn vastgesteld.

Hoewel bouwproducten binnen het toepassingsgebied van de verordening duurzame producten vallen, is het gezien de noodzaak de nauwe verbanden tussen hun milieu- en structurele prestaties, met inbegrip van gezondheid en veiligheid, te beheren, gerechtvaardigd om in het kader van de herziene bouwproductenverordening, die als onderdeel van dit pakket inzake duurzame producten zal worden vastgesteld, vereisten inzake ecologische duurzaamheid vast te stellen.De duurzaamheidsaspecten van energiegerelateerde bouwproducten zullen echter in de eerste plaats onder de verordening duurzame producten vallen, aangezien die reeds in de bestaande richtlijn inzake ecologisch ontwerp zijn gereguleerd. Indien nodig kan echter complementair worden opgetreden uit hoofde van de herziene bouwproductenverordening. De twee voorgestelde verordeningen bevatten bepalingen om de nauwe afstemming van de wetgeving te behouden naarmate de regels worden ontwikkeld en uitgevoerd.

De duurzaamheidsvereisten voor batterijen komen met name in de voorgestelde batterijenverordening19 aan de orde. Mocht het nodig worden aanvullende specifieke duurzaamheidsvereisten vast te stellen, bijvoorbeeld voor specifieke toepassingen van batterijen in andere producten, kunnen aanvullende aspecten onder de verordening duurzame producten vallen.

De essentiële eisen voor verpakkingen die op de EU-markt zijn toegelaten, zijn vastgesteld in de richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval20 (“de verpakkingsrichtlijn”), die momenteel wordt herzien. Aangezien verpakkingen echter sterk variëren afhankelijk van de productcategorie, zou dit een van de belangrijkste aspecten moeten zijn bij het opstellen van productspecifieke voorschriften in het kader van de verordening duurzame producten. Hiermee moeten de essentiële vereisten van de verpakkingsrichtlijn worden aangevuld met gerichtere voorschriften.

Het toepassingsgebied van de verordening duurzame producten met betrekking tot chemische stoffen is duidelijk omschreven: er kunnen maatregelen op grond van de verordening duurzame producten worden getroffen om de aanwezigheid van chemische stoffen in producten te beperken om redenen die verband houden met de verbetering van de milieuprestaties van het product gedurende de levenscyclus ervan. Hiermee kan bestaande wetgeving inzake chemische stoffen worden aangevuld, bijvoorbeeld de Reach-verordening21, die voornamelijk tot doel heeft de chemische veiligheid te waarborgen, of de BGGS-richtlijn22, die alleen betrekking heeft op elektrische en elektronische apparatuur.

Nieuwe EU-regels uit hoofde van de huidige richtlijn inzake ecologisch ontwerp: het voorbeeld van consumentenelektronica

Elektronica veroorzaken onze snelst groeiende afvalstroom. Gebruikers zijn gefrustreerd over hoe snel hun apparaten kapot gaan, verouderd raken, of niet kunnen worden geüpdatet of gerepareerd. Bovendien herwinnen wij in de EU slechts een klein deel van de onderdelen of materialen, met inbegrip van kritieke grondstoffen23, die zouden kunnen worden hergebruikt om nieuwe producten te maken. De Commissie werkt in dat verband aan nieuwe maatregelen inzake ecologisch ontwerp voor smartphones, tablets en laptops, die overeenkomstig het werkprogramma in het kader van de bestaande richtlijn inzake ecologisch ontwerp moeten worden vastgesteld. Die maatregelen zullen, nog voordat de nieuwe verordening duurzame producten het bestaande kader vervangt, naast energie-efficiëntie betrekking hebben op andere belangrijke aspecten van ecologisch ontwerp voor circulariteit, met name duurzaamheid, repareerbaarheid en recyclebaarheid. In dezelfde context worden de regels inzake ecologisch ontwerp voor externe stroomvoorzieningen herzien, vooral met het oog op de vereisten inzake interoperabiliteit en de circulaire economie, om het recente initiatief voor een universele oplader, dat is vastgesteld bij de herziening van de richtlijn radioapparatuur24, aan te vullen.

De Commissie is, naast het opstellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp, ook van start gegaan met de herziening van de EU-regels ter beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur in de BGGS-richtlijn25, teneinde ervoor te zorgen dat de doelstellingen ervan zo doeltreffend en efficiënt mogelijk worden verwezenlijkt26. De Commissie onderzoekt ook de mogelijkheden om het terugnemen en inleveren van kleine elektronica, zoals oude mobiele telefoons, tablets en opladers die thuis zijn opgeslagen, te stimuleren. Het doel daarvan is de levensduur van die producten te verlengen en de inzameling daarvan te verbeteren, en zo ook circulaire bedrijfsmodellen te bevorderen.

4.Ecologisch ontwerp: planning, raadpleging en cocreatie

Het EU-beleid inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering is al bijzonder doeltreffend wat de realisatie van energie-efficiëntie betreft. Het leidt tot besparingen voor consumenten, minder afhankelijkheid van de invoer van fossiele energie en verlaging van de emissies. De laatste decennia zijn regels voor ongeveer 30energiegerelateerde productgroepen27 vastgesteld. De nauwkeurig gerichte vaststelling van meerjarige werkplannen is doorslaggevend geweest voor de duidelijke prioriteiten, doeltreffendheid en efficiëntie in het kader van de richtlijn inzake ecologisch ontwerp. Dit zal in het kader van de verordening duurzame producten op basis van een gedegen en robuuste aanpak voor het aanwijzen van prioritaire producten worden voortgezet.

Om voor een soepele overgang naar het kader van de verordening duurzame producten te zorgen, wordt als onderdeel van dit pakket het nieuwe werkplan voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor de periode 2022-2024 vastgesteld. Daarmee wordt ervoor gezorgd dat de werkzaamheden in het kader van de huidige richtlijn inzake ecologisch ontwerp zonder vertraging kunnen worden voortgezet totdat het nieuwe kader van de verordening duurzame producten in werking treedt, waarmee het energie- en materiaalverbruik voor energiegerelateerde producten verder wordt teruggedrongen. Andere aangewezen producten, zoals verwarmingssystemen met afgifte op lage temperatuur, hebben een energiebesparingspotentieel van miljarden euro’s als gevolg van minder consumptie-uitgaven.Met het nieuwe werkplan wordt er bovenal voor gezorgd dat circulariteitsaspecten voor zover dat in het huidige rechtskader mogelijk is steeds meer worden aangepakt.

De Commissie is voornemens in het kader van de voorgestelde verordening duurzame producten van start te gaan met de werkzaamheden om daarin nieuwe producten en nieuwe parameters op te nemen. De Commissie is voornemens onverwijld productspecifieke maatregelen voor te stellen zodra het nieuwe kader van kracht is. Om te waarborgen dat op transparante en inclusieve wijze de juiste prioriteiten worden gesteld, zal de Commissie tegen eind 2022 een openbare raadpleging organiseren over de categorieën producten die voor het eerste werkplan in het kader van de verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten moeten worden geselecteerd. Uit een voorlopige beoordeling van de Commissie is gebleken dat productcategorieën zoals textiel, meubels, matrassen, banden, wasmiddel, verf, smeermiddelen, ijzer, staal en aluminium een grote impact op het milieu en veel verbeteringspotentieel hebben en dus geschikt zijn voor het eerste werkplan.

Het succes van de richtlijn inzake ecologisch ontwerp tot nu toe is in hoge mate te danken aan de medewerking van alle belangrijke spelers, die op inclusieve, open en transparante wijze bijdragen. In de verordening duurzame producten zal worden voortgebouwd op deze aanpak van cocreatie, van het opstellen van een werkplan en het prioriteren van producten tot het beoordelen en opstellen van alle nieuwe productvereisten. Het forum inzake ecologisch ontwerp, dat voortbouwt op het overlegforum in het kader van de richtlijn inzake ecologisch ontwerp28, zal het platform blijven voor gerichte uitwisselingen tussen groepen belanghebbenden en in alle belangrijke fasen van het proces, en zo vertegenwoordigers van de industriële autoriteiten, nationale overheden en handhavingsautoriteiten bijeenbrengen. Het opstellen en vaststellen van productvereisten zal worden voorafgegaan door raadplegingsprocedures en grondige effectbeoordelingen ter ondersteuning daarvan.

De nieuwe regels van de verordening duurzame producten moeten worden onderbouwd met goede methodologische benaderingen, zodat de milieu- en klimaateffecten van producten doeltreffend kunnen worden aangepakt door middel van vereisten voor de belangrijkste aspecten die in die verordening zijn vastgesteld. Gezien het brede assortiment producten dat onder het nieuwe kader zou kunnen vallen, is het van essentieel belang om voor de desbetreffende producten of productgroepen en het milieu- of circulariteitsaspect dat moet worden aangepakt de meest geschikte methode te kiezen en aan te passen. Met deze aanpak zal worden voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in het kader van de huidige richtlijn inzake ecologisch ontwerp, die verder zal worden bijgewerkt, en in voorkomend geval op de methode van milieuvoetafdrukken van producten. Het ontwikkelen van nieuwe methoden om de aanvullende circulariteitsaspecten te onderbouwen die bij de verordening duurzame producten zullen worden ingevoerd, is een prioriteit van de Commissie. Dit omvat onder meer methoden die verband houden met duurzaamheid, repareerbaarheid en het gehalte aan gerecycled materiaal. Bij het ontwikkelen van die methoden zal de Commissie ook rekening houden met de resultaten van onderzoeksprojecten die in het kader van het Horizon Europa-programma zijn gefinancierd.

5.Circulaire bedrijfsmodellen

Behalve van duurzame producten de norm maken, moeten wij ook steeds meer investeren in de toepassing van circulaire bedrijfsmodellen en deze stimuleren. Dergelijke bedrijfsmodellen omvatten onder meer “product als dienst”-modellen, peer-to-peer-uitwisseling en retourlogistiek, productie op aanvraag, en hergebruik- en reparatiediensten. Die zijn nodig om de algehele vraag naar energie en hulpbronnen te verminderen en economische groei los te koppelen van het gebruik van primaire hulpbronnen.

Circulaire bedrijfsmodellen zijn ontworpen om waarde te creëren en vast te leggen, en tegelijkertijd het gebruik van hulpbronnen te optimaliseren en te beperken. Dit houdt niet alleen in dat er wettelijke productspecifieke vereisten worden vastgesteld, maar ook dat de juiste marktsignalen voor circulaire bedrijfsmodellen worden afgegeven zodat producenten worden gestimuleerd om producten beter te ontwerpen, de levensduur ervan te verlengen en ervoor te zorgen dat die producten na het gebruik ervan hun waarde langer behouden. Door bijvoorbeeld producten als dienst te verkopen (een bekend voorbeeld daarvan is de verkoop van licht in plaats van lampen29) verandert de economische logica en is de winst niet langer afhankelijk van het aantal verkochte producten. In plaats daarvan wordt het winstgevend om ervoor te zorgen dat de als dienst geleverde producten duurzaam en herstelbaar zijn, aangezien de onderneming eigenaar blijft en het aankopen van nieuwe producten een bedrijfskost is.

Het is nog steeds een uitdaging om circulaire bedrijfsmodellen van de grond te krijgen en op te schalen. Met de productvereisten in het kader van de verordening duurzame producten zal de toepassing van dergelijke modellen worden gestimuleerd, aangezien de ontwikkeling van circulaire activiteiten grotendeels afhangt van de fysieke ontwerpkenmerken van producten en de toegang tot relevante gegevens. Ook digitale productpaspoorten en slim gebruik van digitaal ondersteunde innovatie zijn cruciale factoren voor een overschakeling op circulaire bedrijfsmodellen. Beter productontwerp en betere productinformatie alleen zijn echter niet genoeg om een volledig andere benadering van ondernemen tot stand te brengen. Er is duidelijk behoefte aan het in kaart brengen van knelpunten en van doeltreffende middelen om de toepassing van circulaire bedrijfsmodellen te stimuleren, ervoor te zorgen dat die modellen winstgevend en aantrekkelijk voor consumenten zijn, beste praktijken uit te wisselen, en advies op maat te verstrekken aan nieuwe en bestaande ondernemingen die willen overschakelen op circulaire bedrijfsmodellen.

De Commissie wil daartoe verschillende belanghebbenden samenbrengen in de nieuwe Europese hub voor circulair ondernemen.Met die hub zal de toepassing van circulaire bedrijfsmodellen, het doorgeven van informatie en de verlening van diensten, zoals bewustmaking, samenwerking, opleiding en uitwisseling van beste praktijken, worden ondersteund. Daarbij wordt voortgebouwd op de ervaringen met en het dienstenaanbod van bestaande EU-acties, met name het Europees stakeholdersplatform voor de circulaire economie30, de duurzaamheidsadviseurs van het Enterprise Europe Network31 en het netwerk van Europese groenetechnologieclusters32.

Daarnaast zal de Commissie richtsnoeren voor de bevordering van circulaire bedrijfsmodellen opstellen om ondernemingen, lidstaten en regio’s te helpen actie te ondernemen. Dit betreft onder meer richtsnoeren voor het sturen van investeringen en financiering, en het optimaliseren van de lokale voorraden en stromen van hulpbronnen, teneinde circulaire waarde en banen te scheppen. De Commissie zal ook richtsnoeren verstrekken33 over hoe sociale ondernemingen en andere actoren, waaronder traditionele ondernemingen, de circulaire economie kunnen toepassen en partnerschappen voor de circulaire economie kunnen aangaan.

Bovendien steunt de Commissie door middel van de Europese vaardighedenagenda34 investeringen in vaardigheden die onontbeerlijk zijn voor de ontwikkeling van een circulaire economie. De Commissie zet in het kader van het pact voor vaardigheden35 grootschalige partnerschappen op waarin vertegenwoordigers van de industrie, sociale partners en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleidingen bijeen worden gebracht36.

6.Consumenten beschermen en hun rol versterken

De meeste consumenten willen een actieve rol spelen in de groene transitie37. Met de verordening duurzame producten worden consumenten in de groene transitie ondersteund. Er zal voor worden gezorgd dat producten aan minimumeisen voor milieuprestaties voldoen, dat er betere informatie over wordt verstrekt, dat zij beter worden geëtiketteerd, en dat er betere toegang wordt verleend tot reserveonderdelen, upgrades en reparaties van die producten, waarbij rekening wordt gehouden met betaalbaarheid, het verbeteren van het gebruiksgemak voor consumenten en de toegang van consumenten tot producten van betere kwaliteit.

Er moet echter ook voor worden gezorgd dat op het verkooppunt betere informatie wordt verstrekt en dat het vertrouwen van consumenten in de eigen beweringen van producenten over de milieuvoordelen van hun producten wordt opgebouwd. Met het voorstel ter versterking van de rol van de consument bij de groene transitie38 worden consumenten in staat gesteld geïnformeerde aankoopbeslissingen te nemen.

Met het voorstel worden gerichte wijzigingen aangebracht aan de horizontale consumentenwetgeving van de EU39 om ervoor te zorgen dat consumenten op het verkooppunt informatie krijgen over een commerciële garantie van de duurzaamheid van het product, alsook informatie die relevant is voor de reparatie daarvan (met inbegrip van een repareerbaarheidsscore als die beschikbaar is). Ook wordt handelaren verboden bepaalde soorten milieuclaims te maken die als misleidend worden beschouwd. Dit omvat vage milieuclaims (bijvoorbeeld “groen”, “milieuvriendelijk”, “goed voor het milieu”) die niet voldoende gerechtvaardigd of overeenkomstig de regels geverifieerd zijn. Bovendien worden in het voorstel verschillende praktijken verboden die verband houden met vroegtijdige veroudering, met inbegrip van geplandeverouderingspraktijken.

Daarnaast werkt de Commissie aan een voorstel voor specifiekere regels inzake groene claims om de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en verifieerbaarheid te bevorderen, waarvoor zij gebruikmaakt van de methoden voor de milieuvoetafdruk van producten en organisaties40, en ontwikkelt zij een initiatief ter bevordering van reparatie van consumptiegoederen (“recht op reparatie”), dat naar planning in het najaar van 2022 zal worden goedgekeurd. Dit initiatief vormt een aanvulling op de verordening duurzame producten en zal bijdragen aan de praktische effecten ervan, aangezien consumenten de mogelijkheid wordt geboden hun gekochte producten langer te gebruiken doordat zij het recht krijgen deze producten te laten repareren.

7.Het voortouw nemen op het wereldtoneel wat betreft de agenda voor duurzame en circulaire producten en bedrijfsmodellen

De EU heeft een staat van dienst als pleitbezorger voor duurzaamheid op het wereldtoneel. Producenten voldoen al aan de EU-regels inzake gevaarlijke stoffen, ecologisch ontwerp en energie-etikettering wanneer zij producten in de EU in de handel brengen. De voorstellen in het pakket van initiatieven inzake duurzame producten zullen bijdragen tot een snellere uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN. Door de markt voor ecologisch duurzame producten te doen groeien, beoogt de EU mondiale waardeketens duurzamer te maken en bij te dragen tot positieve verandering in de partnerlanden, waarmee de verwezenlijking van verschillende duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN dichterbij zal worden gebracht.

Enkel optreden van de EU is echter niet voldoende. De transitie naar meer ecologische duurzaamheid en circulariteit die de wereld nodig heeft, kan niet alleen daarmee worden verwezenlijkt.Wij moeten met onze partners de handen ineenslaan, de internationale samenwerking versterken en onze ambitie op het wereldtoneel uitdragen. De EU zal op mondiaal, regionaal en bilateraal niveau meer toenadering zoeken tot niet-EU-landen, met name landen met een laag of middelhoog inkomen, om de duurzame transitie te ondersteunen en de naleving van de nieuwe regels te faciliteren. Op bilateraal niveau zal de EU met niet-EU-landen samenwerken op het gebied van capaciteitsopbouw, betere dialoog, technische samenwerking, toegang tot bedrijfsondersteunende netwerken, toegang tot financiering voor investeringen in de circulaire economie, en het uitwisselen van beste praktijken om potentiële technische belemmeringen in kaart te brengen en gezamenlijke initiatieven te bevorderen.

Op mondiaal niveau zal de EU blijven inzetten op de agenda voor de circulaire economie op multilaterale fora, in de G7 en de G20, en in het kader van de wereldwijde alliantie voor circulaire economie en hulpbronnenefficiëntie. De Commissie zal pleiten voor de oprichting van een wereldwijd forum inzake duurzame consumptie en productie om een brede discussie tussen landen en belanghebbenden te faciliteren over het beantwoorden aan de recente oproep van de Milieuvergadering van de VN aan de lidstaten om samen met de particuliere sector maatregelen te treffen om, rekening houdend met levenscyclusbeoordelingen, het ontwerp van producten te verbeteren, en om in het kader van de circulaire economie voorrang te geven aan de verlenging van de levensduur, reparatie, hergebruik en gemakkelijkere recycling van producten, teneinde bij te dragen tot een efficiënt gebruik van hulpbronnen41. De EU zal initiatieven van de VN en andere relevante mondiale en multilaterale initiatieven ter bevordering van duurzame productie en consumptie blijven ondersteunen.Ook zal de EU de resultaten van de werkzaamheden van het Internationaal Panel voor hulpbronnen ondersteunen en helpen verspreiden. De EU zal in overeenstemming met het nationale en internationale recht samenwerken met haar handelspartners in de Wereldhandelsorganisatie door beste praktijken voor meer circulariteit in mondiale waardeketens uit te wisselen en te bespreken.

Ten slotte zal het recente voorstel van de Commissie inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid42 bijdragen tot bevordering van duurzame bedrijfsmodellen op wereldniveau. Met het voorstel wordt de duurzaamheidstransitie van ondernemingen in vele sectoren bevorderd door ondernemingen te verplichten negatieve gevolgen voor het milieu in hun mondiale waardeketens aan te pakken en daar verantwoording over af te leggen. Volgens de voorgestelde regels moeten grote ondernemingen ook over een plan beschikken om hun bedrijfsstrategie in overeenstemming te brengen met het streven om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C, in overeenstemming met de klimaatovereenkomst van Parijs.

8.Conclusie

Met de initiatieven inzake duurzame producten wordt beoogd dat tegen 2030 een aanzienlijk deel van de voor EU-consumenten beschikbare producten zijn ontworpen om duurzaam, energie- en hulpbronnenefficiënt, repareerbaar en recyclebaar te zijn en dat bij voorkeur gerecyclede materialen worden gebruikt. Ondernemingen van over de hele wereld zullen kunnen concurreren zonder ondermijnd te worden door ondernemingen die hun kosten afschuiven op de samenleving en het milieu. Consumenten zullen ook toegang hebben tot de informatie die zij nodig hebben om duurzamere keuzes te maken, zullen beter beschermd zijn tegen praktijken die schadelijk zijn voor de groene transitie, en zullen producten zo lang mogelijk kunnen laten functioneren, terwijl ondernemingen toegang zullen krijgen tot de gegevens die zij nodig hebben om de ecologische duurzaamheid en circulariteit van hun producten en bedrijfsmodellen te waarborgen. Deze acties zijn uitdrukkelijk aangeraden door Europese burgers in het kader van de Conferentie over de toekomst van Europa. Zij hebben opgeroepen tot sterker beleid inzake de circulaire economie, ook met betrekking tot het tegengaan van geplande veroudering en met betrekking tot het voorzien van informatie over hoe producten kunnen worden hergebruikt en gerepareerd.

De gevolgen van het pakket initiatieven van vandaag zal geleidelijk merkbaar worden. Sommige maatregelen zullen vanaf de inwerkingtreding van toepassing zijn, terwijl andere tijd zullen kosten vanwege het rechtskader en het soort systemische veranderingen dat zij teweeg zullen brengen. Met de verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten kunnen producten op vele punten worden gereguleerd. Die verordening vormt dan ook een echte doorbraak, die in de loop der tijd nog meer effect zal sorteren. Door een alomvattend sectoroverschrijdend kader vast te stellen en belangrijke stappen zoals de vaststelling van werkplannen te zetten, zijn de algemene richting en de doelstellingen ruim van tevoren duidelijk. Zo kunnen ondernemingen nog voordat gedetailleerde productvoorschriften worden vastgesteld de nodige organisatorische en systemische voorbereidingen treffen.

De voorstellen van dit pakket zijn cruciaal voor de Europese Green Deal. Zij zullen aanzienlijk bijdragen aan de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Europese Unie, met name het verwezenlijken van klimaatneutraliteit tegen 2050, het verdubbelen van de circulariteit van het materiaalgebruik tegen 2030 en het behalen van de ambitieuze energie-efficiëntiestreefcijfers van de Europese Unie. Ook zullen zij bijdragen aan en profiteren van de doelstellingen van het digitale decennium tot 2030, de nieuwe industriestrategie, het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten en het Nieuw Europees Bauhaus.

Met de voorstellen van dit pakket kan de EU aanzienlijk dichter bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN voor 2030 komen, mits de voorstellen even ambitieus blijven en snel en doeltreffend worden uitgevoerd.

De Commissie roept het Europees Parlement, de Raad en alle andere belanghebbenden daarom op de benaderingen en ambities van deze voorstellen te onderschrijven en toe te werken naar de snelle goedkeuring en uitvoering ervan.

(1) COM(2019) 640 final.
(2) Sala, S. e.a., “Environmental sustainability of European production and consumption assessed against planetary boundaries” in: Journal of environmental management, 269, 110686 (2020).
(3) UN International Resources Panel Global Outlook 2019 – Natural Resources for the Future we Want (https://www.resourcepanel.org/reports/global-resources-outlook).
(4) Vergeleken met het scenario met ongewijzigd beleid, waarbij er geen regels inzake ecologisch ontwerp zouden gelden (Ecodesign Impact Accounting Overview Report, 2020).
(5)COM(2022) 142.
(6)https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/4d42d597-4f92-4498-8e1d-857cc157e6db
(7)COM(2022) 141.
(8)COM(2022) 144.
(9)COM(2022) 143.
(10) Zie bijlage 7 bij SWD(2022) 82.
(11)Beleidsnota van de OESO: “Making the most of the social economy’s contribution to the circular economy” (2022), https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/be4e83a2-735a-11ec-9136-01aa75ed71a1/language-en
(12) Werkplan ecologisch ontwerp en energie-etikettering 2022-2024.
(13) Met enkele noemenswaardige uitzonderingen, zoals levensmiddelen en diervoeders als gedefinieerd in de algemene levensmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 178/2002).
(14) COM(2020) 667 final.
(15) Verordening (EU) 2017/1369.
(16) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), en Richtlijn 2011/65/EU van 8juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (de “BGGS-richtlijn”).
(17)Verordening (EU) nr. 1007/2011.
(18) Verordening (EU) nr. 1007/2011.
(19) COM(2020) 798 final.
(20) Richtlijn 94/62/EG.
(21) Verordening (EG) nr. 1907/2006 en Richtlijn 2011/65/EU.
(22) Richtlijn 2011/65/EU.
(23)Kritieke grondstoffen zijn grondstoffen die van groot belang zijn voor de economie van de EU en waarvan de levering een groot risico met zich meebrengt. Zie ook: https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/d1be1b43-e18f-11e8-b690-01aa75ed71a1
(24) COM(2021) 547 final.
(25) Richtlijn 2011/65/EU.
(26) European Green Deal: Commission seeks views on reviewing rules on hazardous substances in electrical and electronic equipment (https://ec.europa.eu/environment/news/european-green-deal-commission-seeks-views-reviewing-rules-hazardous-substances-electrical-and-2022-03-10_en).
(27) Naar schatting zijn in de EU in 2020 ongeveer 3 miljard producten verkocht die onder de maatregelen voor ecologisch ontwerp of energie-etikettering vallen. Dit betreft onder meer ongeveer 1,5 miljard lichtbronnen, 880 miljoen stuks elektronica, 350 miljoen banden en 240miljoen andere producten.
(28)https://ec.europa.eu/transparency/expert-groups-register/screen/expert-groups/consult?do=groupDetail.groupDetail&groupID=3609
(29)https://ellenmacarthurfoundation.org/circular-examples/why-buy-light-bulbs-when-you-can-buy-light-signify
(30)https://circulareconomy.europa.eu/platform/
(31)https://een.ec.europa.eu/
(32)https://resourceefficient.eu/en
(33) Zoals aangekondigd in het actieplan voor de sociale economie (COM(2021) 778).
(34)COM(2020) 274 final
(35)Een pact voor vaardigheden — Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie — Europese Commissie (europa.eu).
(36) Er zijn al pacten voor vaardigheden gesloten in industriële ecosystemen als bouw, micro-elektronica, en textiel, kleding, leer en schoeisel.
(37)94 % van de Europeanen geeft aan dat milieubescherming voor hen persoonlijk belangrijk is, en 68 % is van mening dat hun eigen consumptiegewoonten negatieve effecten op het milieu hebben (Eurobarometer-enquête “Houdingen van Europese burgers tegenover het milieu”, maart 2020, europa.eu).
(38)

COM(2022) 143.

(39)Richtlijn 2005/29/EG inzake oneerlijke handelspraktijken en Richtlijn 2011/83/EU inzake consumentenrechten.
(40) Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie van 15 december 2021 betreffende het gebruik van milieuvoetafdrukmethoden voor het meten en bekendmaken van de milieuprestatie van producten en organisaties gedurende hun levenscyclus (PB L 471 van 30.12.2021, blz. 1).
(41)

Resolutie van de vijfde sessie van de Milieuvergadering van de Verenigde Naties over het versterken van de circulaire economie als bijdrage aan de verwezenlijking van duurzame consumptie en productie, aangenomen op 5 maart 2022 (UNEP/EA5/L17/REV.1).

(42) COM(2022) 71 final.