Home

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Met de interne markt voor aardgas, die sinds 1999 geleidelijk tot stand is gebracht, wordt beoogd alle consumenten in de Gemeenschap — zowel particulieren als bedrijven — echte keuzevrijheid te bieden, nieuwe kansen voor het bedrijfsleven te scheppen en grensoverschrijdende handel te bevorderen, teneinde efficiëntieverbeteringen, concurrerende prijzen en een betere dienstverlening te bewerkstelligen en de voorzieningszekerheid en duurzaamheid in de hand te werken.

  2. Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas(4) en Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten(5) hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de totstandkoming van een dergelijke interne markt voor aardgas.

  3. De ervaring met de uitvoering en voortgangscontrole van een eerste pakket Richtsnoeren voor goede praktijk dat in 2002 is vastgesteld door het Europees Regelgevend Forum voor gas („het forum van Madrid”) leert dat, teneinde de volledige uitvoering van de regels van deze Richtsnoeren in alle lidstaten te verzekeren en in de praktijk een minimumwaarborg voor gelijke voorwaarden op het gebied van markttoegang te verschaffen, ervoor moet worden gezorgd dat deze wettelijk afdwingbaar worden.

  4. Een tweede pakket gemeenschappelijke regels „de tweede Richtsnoeren voor goede praktijk” is vastgesteld op de vergadering van het forum van Madrid van 24-25 september 2003. Deze verordening moet derhalve, op basis van deze richtsnoeren, basisprincipes en regels vaststellen betreffende nettoegang en derdentoegangsdiensten, congestiebeheer, transparantie, balancering en het verhandelen van capaciteitsrechten.

  5. Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas(6) biedt de mogelijkheid tot een gecombineerde transmissie- en distributiesysteembeheerder. Derhalve hoeft uit hoofde van deze verordening geen wijziging te worden aangebracht in de organisatie van de nationale transmissie- en distributiesystemen die stroken met de toepasselijke bepalingen van deze richtlijn.

  6. Hogedrukpijpleidingen die plaatselijke distributeurs met het gasnet verbinden en die niet in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie worden gebruikt, vallen binnen het toepassingsgebied van deze verordening.

  7. Er moeten criteria worden vastgesteld voor de berekening van de tarieven voor toegang tot het net opdat deze tarieven volledig voldoen aan het beginsel van niet-discriminatie en aan de behoeften van een goed functionerende interne markt. Daarbij moet ten volle rekening worden gehouden met de noodzakelijke systeemintegriteit. Bovendien moeten de tarieven een afspiegeling vormen van de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, waarbij wordt gelet op een redelijke winst op de investeringen, en, in voorkomend geval, rekening wordt gehouden met de benchmarking van de tarieven door de regulerende instanties.

  8. Bij de berekening van de tarieven voor de toegang tot netten is het van belang dat rekening wordt gehouden met de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, en met de noodzaak om een redelijke winst op de investeringen te genereren en stimulansen te scheppen voor de aanleg van nieuwe infrastructuur, inclusief een speciale regelgevende behandeling van nieuwe investeringen als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG. In dat verband zal, met name als er sprake is van daadwerkelijke concurrentie tussen pijpleidingen, de benchmarking van tarieven door de regulerende instanties een relevant punt van overweging zijn.

  9. Het gebruik van marktgerichte regelingen, zoals veilingen, om tarieven vast te stellen moet stroken met de bepalingen van Richtlijn 2009/73/EG.

  10. Een gemeenschappelijk minimumpakket van derdentoegangsdiensten is nodig om in de hele Gemeenschap in de praktijk voor een gemeenschappelijke minimumtoegangsnorm te zorgen, teneinde te waarborgen dat derdentoegangsdiensten voldoende compatibel zijn en de voordelen van een goed functionerende interne markt voor aardgas kunnen worden benut.

  11. Momenteel zijn er nog obstakels om in de Gemeenschap op voet van gelijkheid, zonder discriminatie of benadeling, gas te verkopen. Er is met name nog steeds niet in elke lidstaat sprake van een niet-discriminerende nettoegang en van een gelijk niveau van toezicht door de regelgevende instanties en er bestaan nog steeds geïsoleerde markten.

  12. Ter voltooiing van de interne markt voor gas moet een afdoende grensoverschrijdende gasinterconnectiecapaciteit worden bewerkstelligd en moet de marktintegratie worden bevorderd.

  13. In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2007„Een energiebeleid voor Europa” is benadrukt hoe belangrijk het is de interne markt voor aardgas te voltooien en een gelijk speelveld voor alle aardgasbedrijven uit de Gemeenschap tot stand te brengen. De mededelingen van de Commissie van 10 januari 2007 getiteld „de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt” en „Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren (Eindverslag)” hebben aangetoond dat de huidige voorschriften en maatregelen niet het nodige kader verschaffen noch ervoor zorgen dat en interconnectiecapaciteit wordt gecreëerd om de doelstelling van een goed functionerende, efficiënte en open interne markt te realiseren.

  14. Bovendien moet het bestaande reguleringskader nauwgezet worden uitgevoerd, en anderzijds moet het reguleringskader voor de interne markt voor aardgas van Verordening (EG) nr. 1775/2005 in de zin van die mededelingen worden aangepast.

  15. Er is meer in het bijzonder een grotere samenwerking en coördinatie tussen transmissiesysteembeheerders vereist om netcodes in te voeren voor de verlening en het beheer van daadwerkelijke en transparante toegang tot de transmissienetwerken over de grenzen heen, en, om, met inachtneming van het milieu, een gecoördineerde en voldoende toekomstgerichte planning en een deugdelijke technische ontwikkeling van het transmissiesysteem, inclusief het creëren van interconnectiecapaciteit, in de Gemeenschap te waarborgen. De netcodes moeten in overeenstemming zijn met de door het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers, opgericht bij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators(7) („het Agentschap”) geformuleerde kaderrichtsnoeren die niet-bindend van aard zijn („kaderrichtsnoeren”). Het Agentschap moet betrokken worden bij de beoordeling, op feitelijke basis, van ontwerpnetcodes, waaronder de vraag of zij aan de kaderrichtsnoeren voldoen, en het kan de Commissie aanbevelen die netcodes goed te keuren. Het Agentschap moet tevens de voorgestelde wijzigingen op de netcodes beoordelen, en het kan de Commissie aanbevelen die wijzigingen goed te keuren. Transmissiesysteembeheerders moeten hun netwerken volgens deze netcodes beheren.

  16. Teneinde in de Gemeenschap een optimaal beheer van het gastransmissienet te garanderen, moet een Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas („het ENTSB voor gas”) worden opgericht. De taken van het ENTSB voor gas moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de communautaire mededingingsregels, die op de beslissingen van het ENTSB voor gas van toepassing blijven. De taken van het ENTSB voor gas moeten nauwkeurig worden omschreven en zijn werkmethode moet efficiëntie, transparantie en de representatieve natuur van het ENTSB voor elektriciteit garanderen. De door het ENTSB voor gas opgestelde netcodes zijn niet bedoeld om de noodzakelijke nationale netcodes voor niet-grensoverschrijdende kwesties te vervangen. Aangezien met een benadering op regionaal niveau effectievere vooruitgang kan worden geboekt, moeten de transmissiesysteembeheerders binnen de overkoepelende samenwerkingsstructuur regionale structuren opzetten en er tegelijkertijd voor zorgen dat de resultaten op regionaal niveau stroken met de netcodes en niet-bindende tienjarige netontwikkelingsplannen op Gemeenschapsniveau. Samenwerking binnen dergelijke regionale structuren vergt een daadwerkelijke ontvlechting van netwerkactiviteiten enerzijds en productie- en leveringsactiviteiten anderzijds, anders houdt regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders een risico van concurrentieverstorend gedrag in. De lidstaten moeten de samenwerking bevorderen en toezien op de effectieve werking van de netwerk op regionaal niveau. De samenwerking op regionaal niveau moet verenigbaar zijn met de vooruitgang naar een concurrerende en efficiënte interne markt voor aardgas.

  17. Alle marktspelers hebben belang bij de werkzaamheden die van het ENTSB voor gas worden verwacht. Daarom is een effectieve raadplegingsprocedure van essentieel belang en moeten de bestaande structuren die zijn opgezet om de raadplegingsprocedures te vergemakkelijken en te stroomlijnen, zoals de Europese organisatie voor de stroomlijning van energie-uitwisseling, nationale regulators of het Agentschap, een belangrijke rol spelen.

  18. Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot de ontwikkeling van het gastransmissienetwerk in de Gemeenschap, moet het ENTBS voor gas een niet-bindend tienjarig netwerkontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, opstellen, publiceren en regelmatig bijwerken. Rendabele gastransmissienetwerken en de nodige regionale interconnecties, die relevant zijn vanuit commercieel oogpunt en vanuit het oogpunt van leveringszekerheid, moeten deel uitmaken van dat netwerkontwikkelingsplan.

  19. Om de concurrentie door middel van de liquide groothandelsmarkten voor gas te vergroten, is het van essentieel belang dat gas onafhankelijk van de locatie in het systeem kan worden verhandeld. Dit kan alleen als netgebruikers de vrijheid krijgen om entry- en exitcapaciteit los te boeken, zodat er een gastransport via zones en niet langs contractuele paden ontstaat. Op het zesde Forum van Madrid van 30 en 31 oktober 2002 hebben de meeste belanghebbenden al een voorkeur uitgesproken voor entry-exitsystemen om de concurrentie te bevorderen. De tarieven dienen niet afhankelijk te zijn van de transportroute; de tarieven voor een of meer entrypunten en de tarieven voor een of meer exitpunten dienen derhalve geen verband met elkaar te houden.

  20. Verwijzingen naar geharmoniseerde transportcontracten in de context van niet-discriminerende toegang tot het net van transmissiesysteembeheerders houden niet in dat de termen en voorwaarden van de transportcontracten van een bepaalde transmissiesysteembeheerder in een lidstaat dezelfde moeten zijn als die van een andere transmissiesysteembeheerder in die lidstaat of in een andere lidstaat, behoudens waar minimumeisen zijn vastgesteld waaraan alle transportcontracten moeten voldoen.

  21. Er bestaat een aanzienlijke contractuele congestie op de gasnetten. De congestiebeheer- en capaciteitsallocatiebeginselen voor nieuwe of onlangs gesloten contracten berusten daarom op de vrijgave van ongebruikte capaciteit waarbij netgebruikers in staat worden gesteld om hun gecontracteerde capaciteit door te verhuren of door te verkopen en transmissiesysteembeheerders ongebruikte capaciteit ten minste op „day-ahead”-basis en afschakelbaar op de markt moeten aanbieden. Gezien de grote omvang van bestaande contracten en de noodzaak om een echt gelijk speelveld te creëren tussen gebruikers van nieuwe en van bestaande capaciteit, moeten deze beginselen worden toegepast op alle gecontracteerde capaciteit, dus ook de bestaande contracten.

  22. Hoewel de fysieke congestie van de netten momenteel zelden een probleem is in de Gemeenschap, kan het er in de toekomst een worden. Het is derhalve belangrijk het basisprincipe vast te stellen voor de allocatie van capaciteit op overbelaste netten.

  23. Uit de marktonderzoeken die de nationale regelgevende instanties en de Commissie in de loop van de voorbije jaren hebben uitgevoerd, is gebleken dat de thans geldende transparantievereisten en voorschriften voor de toegang tot de infrastructuur ontoereikend zijn om een echte, goed werkende, open en efficiënte interne markt voor aardgas te waarborgen.

  24. Gelijke toegang tot informatie over de fysieke toestand en de doelmatigheid van het systeem is noodzakelijk opdat alle marktspelers zich een oordeel over de totale vraag- en aanbodsituatie kunnen vormen en de redenen voor bewegingen van de groothandelsprijs kunnen onderkennen. Dit betekent onder meer dat nauwkeuriger informatie moet worden verschaft over vraag en aanbod, netcapaciteit, flows en onderhoud, balancering en beschikbaarheid en gebruik van opslag. Gezien het belang van deze informatie voor de werking van de markt is versoepeling van de bestaande publicatiebeperkingen om redenen van vertrouwelijkheid noodzakelijk.

  25. Vertrouwelijkheidsvoorschriften voor commercieel gevoelige informatie zijn echter van groot belang als het gegevens met een voor het bedrijf commercieel strategisch karakter betreft, als een opslaginstallatie slechts één gebruiker heeft, of als het gaat om gegevens over exitpunten binnen een systeem of subsysteem die niet met een ander transmissie- of distributiesysteem verbonden zijn maar met een enkele industriële eindverbruiker indien door de publicatie van dergelijke gegevens vertrouwelijke informatie over het productieproces van deze verbruiker wordt vrijgegeven.

  26. Om het vertrouwen in de markt te versterken, moeten marktspelers de zekerheid hebben dat op misbruik doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties worden gesteld. De bevoegde autoriteiten moeten de bevoegdheid krijgen vermoedens van marktmisbruik daadwerkelijk te onderzoeken. Daartoe is het nodig dat de bevoegde autoriteiten toegang hebben tot gegevens die informatie verschaffen over operationele beslissingen van leveranciers. Op de gasmarkt worden al deze beslissingen aan de systeembeheerders gemeld in de vorm van capaciteitsreserveringen, nominaties en gerealiseerde flows. Systeembeheerders moeten informatie daarvover gedurende een bepaalde termijn in gemakkelijk te raadplegen vorm ter beschikking van de bevoegde autoriteiten houden. De bevoegde autoriteiten moeten er verder regelmatig op toezien dat de transmissiesysteembeheerders de regels naleven.

  27. Er is in sommige lidstaten sprake van een gebrekkige toegang tot gasopslag- en LNG-installaties. Daarom moet de tenuitvoerlegging van de bestaande regelgeving verbeterd worden. Uit onderzoek van de Europese groep van regulerende instanties voor elektriciteit en gas is gebleken dat de voor opslagsysteembeheerders geldende vrijwillige richtsnoeren voor goede praktijk met betrekking tot de toegang van derden, waarover de belanghebbenden op het Forum van Madrid het eens waren geworden, onvoldoende worden gevolgd en daarom bindend moeten worden verklaard.

  28. Door de transmissiesysteembeheerders beheerde niet-discriminerende en transparante balanceringssystemen voor gas zijn belangrijke mechanismen, met name voor nieuwkomers op de markt, die het mogelijk moeilijker hebben om hun totale verkoopportefeuille in balans te houden dan gevestigde bedrijven binnen een relevante markt. Derhalve moeten regels worden vastgesteld die garanderen dat de transmissiesysteembeheerders dergelijke mechanismen beheren op een wijze die verenigbaar is met niet-discriminerende, transparante en effectieve toegangsvoorwaarden voor het net.

  29. Het verhandelen van primaire rechten op capaciteit vormt een belangrijk onderdeel van het ontwikkelen van een concurrerende markt en het creëren van liquiditeit. In deze verordening moeten derhalve basisregels voor dit verhandelen worden vastgesteld.

  30. De nationale regulerende instanties moeten erop toezien dat de in deze verordening neergelegde regels en de op basis van deze verordening vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.

  31. In de bij deze verordening gevoegde richtsnoeren worden specifieke gedetailleerde uitvoeringsbepalingen vastgesteld op basis van de tweede richtsnoeren voor goede praktijk. Deze regels zullen zich in de loop der tijd waar nodig ontwikkelen, rekening houdend met de verschillen tussen de nationale gassystemen.

  32. Wanneer de Commissie voorstelt de als bijlage bij de verordening opgenomen richtsnoeren te wijzigen, moet zij vooraf alle betrokken partijen waarop deze richtsnoeren van toepassing zijn — vertegenwoordigd door de beroepsorganisaties — en de lidstaten in het forum van Madrid raadplegen.

  33. Van de lidstaten en de bevoegde nationale autoriteiten moet worden verlangd dat zij de Commissie relevante informatie verschaffen. Deze informatie moet door de Commissie vertrouwelijk worden behandeld.

  34. Deze verordening en de in overeenstemming hiermee vastgestelde richtsnoeren laten de toepassing van de communautaire concurrentieregels onverlet.

  35. De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(8).

  36. In het bijzonder moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de richtsnoeren vast te stellen of aan te nemen die nodig zijn voor de minimale harmonisatie die vereist is om de doelstelling van deze verordening te bereiken. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële elementen van deze verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële elementen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing bepaald in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

  37. Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van eerlijke regels betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten, opslag en LNG-installaties, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter op door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, mag de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

  38. Gezien de omvang van de hierin gedane wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 is het ter wille van de duidelijkheid en de logica wenselijk de betrokken bepalingen te herschikken door hen samen te brengen in één tekst in een nieuwe richtlijn,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening beoogt:

  1. niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor aardgastransmissiesystemen, waarbij rekening wordt gehouden met de specificiteit van nationale en regionale markten, teneinde een goede werking van de interne markt voor gas te waarborgen;

  2. niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor LNG- en opslaginstallaties, rekening houdend met de specifieke kenmerken van nationale en regionale markten, en

  3. het ontstaan van een goed functionerende en transparante groothandelsmarkt met een hoge zekerheid op het vlak van aardgasvoorziening te bevorderen en te voorzien in mechanismen om de regels inzake netwerktoegang voor grensoverschrijdende uitwisseling van gas te harmoniseren.

De in de eerste alinea genoemde doelstellingen omvatten onder meer de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake de tarieven voor de toegang tot het net, maar niet tot opslaginstallaties, of inzake de methoden voor de berekening daarvan, de instelling van derdentoegangsdiensten, de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake capaciteitsallocatie en congestiebeheer, de bepaling van transparantievereisten, balanceringsregels en tarieven voor onbalans, alsmede de bevordering van capaciteitsverhandeling.

Deze verordening is behoudens artikel 19, lid 4, alleen van toepassing op opslaginstallaties die onder artikel 33, leden 3 of 4, van Richtlijn 2009/73/EG vallen.

De lidstaten kunnen overeenkomstig Richtlijn 2009/73/EG een entiteit of instantie instellen voor de uitoefening van een of meer normaliter aan de transmissiesysteembeheerder toegewezen functies; de eisen van deze verordening zijn daarop van toepassing. Deze entiteit of instantie wordt overeenkomstig artikel 3 van deze verordening gecertificeerd en overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2009/73/EG aangewezen.

Artikel 2 Definities

1.

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

  1. „transmissie”: het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet en van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;

  2. „transportcontract”: een contract tussen een transmissiesysteembeheerder en een netgebruiker voor de uitvoering van de transmissie;

  3. „capaciteit”: de maximale flow, uitgedrukt in normale kubieke meter per tijdseenheid of in energie-eenheid per tijdseenheid, waarop de netgebruiker op grond van het transportcontract recht heeft;

  4. „ongebruikte capaciteit”: de vaste capaciteit die een netgebruiker op grond van een transportcontract heeft verworven, maar op het moment van het contractueel vastgelegde aflopen van de termijn niet heeft genomineerd;

  5. „congestiebeheer”: beheer van de capaciteitsportefeuille van de transmissiesysteembeheerder met het oog op het optimale en maximale gebruik van de technische capaciteit en de tijdige detectie van toekomstige congestie- en saturatiepunten;

  6. „secundaire markt”: de markt van de niet op de primaire markt verhandelde capaciteit;

  7. „nominatie”: het vooraf opgeven door de netgebruiker aan de transmissiesysteembeheerder van de werkelijke flow die hij wil invoeden op of onttrekken aan het systeem;

  8. „hernominatie”: het achteraf melden van een gecorrigeerde nominatie;

  9. „systeemintegriteit”: elke situatie met betrekking tot een transmissienet, met inbegrip van de noodzakelijke transmissiefaciliteiten, waarin de druk en de kwaliteit van het aardgas binnen de door de transmissiesysteembeheerder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen blijven, zodat de transmissie van aardgas uit een technisch oogpunt gegarandeerd is;

  10. „balanceringsperiode”: periode waarbinnen het onttrekken van een hoeveelheid aardgas, uitgedrukt in eenheden energie, door elke netgebruiker moet worden gecompenseerd door middel van het invoeden van dezelfde hoeveelheid aardgas op het transmissienet in overeenstemming met het transportcontract of de netcode;

  11. „netgebruiker”: een afnemer of mogelijke afnemer van een transmissiesysteembeheerder en, mits zulks nodig is om de functies met betrekking tot de transmissie uit te voeren, de transmissiebeheerder zelf;

  12. „afschakelbare diensten”: door de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot afschakelbare capaciteit aangeboden diensten;

  13. „afschakelbare capaciteit”: gastransmissiecapaciteit die door de transmissiesysteembeheerder kan worden afgeschakeld overeenkomstig de voorwaarden van het transportcontract;

  14. „langetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van één jaar of meer;

  15. „kortetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van minder dan één jaar;

  16. „vaste capaciteit”: door de transmissiesysteembeheerder contractueel als niet-afschakelbaar gegarandeerde gastransmissiecapaciteit;

  17. „vaste diensten”: door de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot vaste capaciteit aangeboden diensten;

  18. „technische capaciteit”: de maximale vaste capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan de netgebruikers kan aanbieden, rekening houdend met de systeemintegriteit en de operationele eisen van het transmissienet;

  19. „gecontracteerde capaciteit”: capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan een netgebruiker heeft gealloceerd door middel van een transportcontract;

  20. „beschikbare capaciteit”: het deel van de technische capaciteit dat niet is gealloceerd en op een gegeven moment nog beschikbaar is voor het systeem;

  21. „contractuele congestie”: een situatie waarbij het niveau van de vraag naar vaste capaciteit groter is dan de technische capaciteit;

  22. „primaire markt”: de markt van de direct door de transmissiesysteembeheerder verhandelde capaciteit;

  23. „fysieke congestie”: een situatie waarbij op een bepaald tijdstip het niveau van de vraag naar werkelijke leveringen groter is dan de technische capaciteit;

  24. „LNG-installatiecapaciteit”: capaciteit op een LNG-terminal voor het vloeibaar maken van aardgas of voor de invoer, verlading, bijkomende diensten, tijdelijke opslag en hervergassing van LNG;

  25. „ruimte”: hoeveelheid gas die een gebruiker van een opslaginstallatie mag gebruiken voor de opslag van gas;

  26. „levercapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag onttrekken aan de opslaginstallatie;

  27. „injectiecapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag injecteren in de opslaginstallatie;

  28. „opslagcapaciteit”: elke combinatie van ruimte, injectiecapaciteit en levercapaciteit.

2.

Onverminderd de definities in lid 1 zijn de definities in artikel 2 van Richtlijn 2009/73/EG, die relevant zijn voor de toepassing van deze verordening, ook van toepassing, met uitzondering van de definitie van „transmissie” in punt 3 van dat artikel.

De definities in de punten 3 tot en met 23 van lid 1 die betrekking hebben op transmissie, zijn van overeenkomstige toepassing op opslag- en LNG-installaties.

Artikel 3 Certificering van transmissiesysteembeheerders

1.

De Commissie onderzoekt kennisgevingen van besluiten betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder als bepaald in artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/73/EG onmiddellijk na ontvangst. Binnen twee maanden na ontvangst van deze kennisgeving deelt de Commissie zijn advies aan de betrokken nationale regulerende instantie mee of zij het besluit verenigbaar acht met artikel 10, lid 2, of artikel 11, en artikel 9 van Richtlijn 2009/73/EG.

Bij de opstelling van het in de eerste alinea bedoelde advies kan de Commissie om het advies van het Agentschap over het besluit van de nationale regulerende instanties verzoeken. In dat geval wordt de in de eerste alinea genoemde termijn met twee verdere maanden verlengd.

Als de Commissie niet binnen de in de eerste en tweede alinea bedoelde termijn advies uitbrengt, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben tegen het besluit van de regulerende instantie.

2.

Binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie stelt de nationale regulerende instantie het definitieve besluit betreffende de certificering van de transmissiesysteembeheerder vast, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houdt met het advies van de Commissie. Het besluit van de regulerende instantie en het advies van de Commissie worden samen bekendgemaakt.

3.

De regulerende instanties en/of de Commissie kunnen in de loop van de procedure te allen tijde bij een transmissiesysteembeheerder en/of een bedrijf dat één van de functies van productie of levering verricht, alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig dit artikel.

4.

De regulerende instanties en de Commissie bewaren de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens.

5.

De Commissie kan richtsnoeren vaststellen waarin de voor de toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel te volgen procedure nader wordt omschreven. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

6.

Wanneer de Commissie een kennisgeving betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder bedoeld in artikel 9, lid 10, van Richtlijn 2009/73/EG ontvangt, neemt zij een beslissing over de certificering. De regulerende instantie voert de beslissing van de Commissie uit.

Artikel 4 Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas

Alle transmissiesysteembeheerders werken samen op Gemeenschapsniveau middels het ENTSB voor gas met de bedoeling de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor aardgas en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en een optimaal beheer, gecoördineerde werking en deugdelijke technische ontwikkeling van het aardgastransmissienet te garanderen.

Artikel 5 Oprichting van het ENTSB voor gas

Artikel 6 Vaststelling van netcodes

Artikel 7 Wijziging van netcodes

Artikel 8 Taken van het ENTSB voor gas

Artikel 9 Toezicht door het Agentschap

Artikel 10 Raadplegingen

Artikel 11 Kosten

Artikel 12 Regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

Artikel 13 Tarieven voor de toegang tot netten

Artikel 14 Derdentoegangsdiensten bij transmissiesysteembeheerders

Artikel 15 Derdentoegangsdiensten bij opslag- en LNG-installaties

Artikel 16 Beginselen inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer bij transmissiesysteembeheerders

Artikel 17 Beginselen inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer bij opslag- en LNG-installaties

Artikel 18 Transparantievereisten voor transmissiesysteembeheerders

Artikel 19 Transparantievereisten voor opslag- en LNG-installaties

Artikel 20 Bijhouden van gegevens door systeembeheerders

Artikel 21 Balanceringsregels en tarieven voor onbalans

Artikel 22 Verhandeling van capaciteitsrechten

Artikel 23 Richtsnoeren

Artikel 24 Regulerende instanties

Artikel 25 Informatieverstrekking

Artikel 26 Recht van de lidstaten om meer gedetailleerde maatregelen te treffen

Artikel 27 Sancties

Artikel 28 Comité

Artikel 29 Verslag van de Commissie

Artikel 30 Ontheffingen en vrijstellingen

Artikel 31 Intrekking

Artikel 32 Inwerkingtreding

BIJLAGE IRICHTSNOEREN BETREFFENDE

BIJLAGE IICONCORDANTIETABEL